India Rajasthan reis

Na aankomst op de luchthaven van Delhi wordt u afgehaald en naar het hotel gebracht. Hier kunt u rustig bijkomen van uw vlucht. Delhi heeft zo’n 10 miljoen inwoners en is daarmee de derde stad van het land (na Kolkata en Mumbai). Delhi bestaat uit twee delen: de oude, ommuurde stad uit de gloriedagen van keizer Shah Jahan (Old Delhi) en de moderne stad ten zuiden daarvan (New Delhi), opgericht nadat in 1911 het hoofdkwartier van de Britse onderkoning in India vanuit Calcutta hierheen werd verplaatst.

Samen met uw gids gaat u op pad om Delhi te ontdekken. U begint in het oude gedeelte van de stad waar u een riksjaritje maakt over de bazaar. Old Delhi (het oude Shahjahanabad) is een wirwar van nauwe steegjes en bazaars, met als kleurrijke hoofdstraat de Chandni Chowk. Hier is op de markten en in de vele kleine winkeltjes werkelijk alles te koop. In een duizelingwekkende drukte doen hier dagelijks duizenden mensen hun boodschappen. Een korte wandeling door deze exotische wijk geeft al een goed beeld van het Indiase leven, zoals u dat later op de reis nog beter zult leren kennen. In Old Delhi vindt u daarnaast ook een aantal bezienswaardige monumenten, zoals het Rode Fort en de grootste moskee van India: de Jama Masjid. ’s Middags bezoekt u het nieuwe gedeelte van de stad. New Delhi is het weids opgezette 20ste-eeuwse stadsdeel, dat met zijn statige villa’s en koloniale overheidsgebouwen beduidend rijker aandoet. De meest opvallende bouwwerken in dit deel van Delhi zijn de India Gate (de beroemde 42 meter hoge triomfpoort), de Rashtrapati Bhawan (de residentie van de president) en de Sansad Bhawan (het parlementsgebouw). Het centrum is van oudsher het met schaduwrijke zuilengalerijen omgeven Connaught Place, een rond plein waar alle belangrijke wegen naartoe leiden.

Na het ontbijt vertrekt u naar Mandawa, gelegen in de landelijke regio Shekhawati in het noorden van de deelstaat Rajasthan. Dit gebied is in heel India bekend om zijn vele prachtige fresco’s, die vooral tussen 1800 en 1930 werden aangebracht. Shekhawati lag al eeuwen op het kruispunt van een aantal belangrijke handelsroutes en was door de langstrekkende karavanen tot grote economische bloei gekomen. Toen de Britten in 1803 echter handels- en tolbelastingen begonnen te heffen, vertrokken veel kooplieden uit Shekhawati naar elders om hieraan te ontkomen. Velen van hen bleken hierbij bijzonder succesvol. Een niet onbelangrijk deel van hun winsten investeerden ze in hun geboorteplaatsen, waar ze prachtige herenhuizen met binnenplaatsen lieten bouwen (haveli’s). Meestal bleven de kooplieden zelf elders wonen en werden de koopmanshuizen betrokken door hun familie. In de loop van de 19de eeuw werd het mode om de haveli’s te versieren met fresco’s. Aanvankelijk waren het vooral mythologische afbeeldingen en illustraties van lokale legenden, maar later betrof het steeds vaker taferelen uit het dagelijkse leven. In de drang van de bereisde kooplieden om ‘modern’ te zijn werden er zelfs schilderingen gemaakt van treinen, schepen, telefoontoestellen en blanke vrouwen. Door de vele fresco’s wordt Shekhawati ook wel de ‘openlucht kunstgalerij van Rajasthan’ genoemd. U komt ’s middags aan in Madawa en gaat dan samen met een gids op pad om deze kleurrijke stad te ontdekken.

De rit vanuit Mandawa naar de woestijnstad Bikaner zal ruim een ochtend in beslag nemen. Zoals veel andere steden in Rajasthan wordt de oude stad omringd door een hoge muur. Bikaner was ooit een belangrijke handelspost op de grote karavaanroutes. De stad is voornamelijk interessant vanwege het imposante Junagarh Fort. Dit 16de-eeuwse fort wordt beschouwd als een van de fraaiste van heel Rajasthan De mooiste paleizen zijn de Chandra Mahal (het Maanpaleis) en de Phool Mahal (het Bloemenpaleis). In de Anup Mahal (de kroningszaal) kunt u enig Delftsblauw tegelwerk van Hollandse landschappen bewonderen. Bikaner staat verder in heel India bekend om de goede kwaliteit van haar kamelen. Even ten zuiden van de stad ligt een grote staatskamelenboerderij, waar honderden kamelen gefokt worden. De boerderij is aan het eind van de middag geopend voor bezoekers. Ook in het gewone straatbeeld van de oude stad zult u echter regelmatig kamelen tegenkomen. Al eeuwenlang trekken de eigenwijze beesten hier hun karren door de smalle stegen.

In een afgelegen westelijke uithoek van Rajasthan ligt één van de meest exotische steden van India. De lange reis ernaartoe zal zonder twijfel worden beloond: Jaisalmer is een stad uit een sprookje! Het imponerende zandstenen fort doemt al van verre op in het kale verlaten landschap. Jaisalmer werd in 1156 gesticht door Rao Jaisal en bleef eeuwenlang de hoofdstad van een onbeduidend staatje, totdat het een halteplaats werd op de karavaanroute tussen Marwar en Sindh. De rijkdom stroomde binnen. Adel en kooplieden bouwden er prachtige paleizen, haveli’s en tempels, alle zeer uitzonderlijk fraai vervaardigd uit goudgele zandsteen. Met name bij zonsopkomst en –ondergang baadt de hele stad in een goudkleurige gloed. Hieraan ontleent Jaisalmer dan ook haar bijnaam van ’Gouden Stad’.

Een volle dag heeft u de tijd om op uw gemak Jaisalmer met al haar bezienswaardigheden te bezichtigen. Een logisch begin van uw verkenningstocht is natuurlijk het indrukwekkende Jaisalmer Fort zelf, dat te betreden is via de hoofdpoort Ganesha Pol bij de markt. Vervolgens bereikt u via de Suraj Pol een ruim plein, waaraan het zeven verdiepingen tellende paleis met zijn gebeeldhouwde balkons en koepelgewelven gelegen is. Ooit bestuurden vanaf hier de maharadja’s het omliggende koninkrijk en leefden er met hun hofhouding en harems in ongekende weelde. In ruil voor belasting boden ze hun onderdanen bescherming door het leger, dat bestond uit goed getrainde soldaten, die gebruik maakten van paarden, kamelen en olifanten. Een wandeling door de smalle, kronkelende steegjes binnen de muren van het fort, waar auto’s niet zijn toegestaan, is op zichzelf al een uitermate fascinerende bezigheid. Terwijl u dwaalt langs de vele fijn bewerkte huizen en tempels, genietend van de kleuren en geuren van de intieme bazaars, waant u zich weldra in de Middeleeuwen.  
 
De Jaintempels in Jaisalmer Fort werden tussen 1470 en 1536 gebouwd en kenmerken zich door hun prachtige en zeer gedetailleerde beeldhouwwerk. Er is ook een bibliotheek, de Gyan Bhandar, die enkele antieke manuscripten bevat. De jaintempels zijn alleen ‘s ochtends tot 12.00 uur geopend.   Een redelijk aantal van de koopmanshuizen die de rijke handelaren indertijd in Jaisalmer lieten bouwen, verkeert nog altijd in zeer goede staat. Tot de meest bezienswaardige haveli's behoren de Patwan Haveli (de haveli van de brokaatkooplieden), die behalve de mooiste gevel van de stad ook schitterende muurschilderingen in het interieur heeft, de Nathmal Haveli, die bewaakt wordt door olifanten van zandsteen, en de Salim Singh Haveli, die een prachtig gewelfd dak heeft met kraagstenen in de vorm van pauwen.   Aan het einde van de middag bezoekt u deze beroemde duinen en maakt u te midden van een zee van zand, een kamelentocht en geniet van een van de mooiste zonsondergangen van India.

Het is ruim vijf uur rijden naar Jodhpur, de op één na grootste stad van Rajasthan en ook wel de ‘blauwe stad’ genoemd. Het aangezicht van de stad wordt bepaald door het Meherangarh Fort. Dit massieve fort ligt op de top van een rotsachtige heuvel in het centrum van de oude stad. Binnen in het Meharangarh Fort kunt u een reeks binnenplaatsen en paleizen bezoeken. Een van de mooiste is de Phool Mahal (het Bloemenpaleis), waar de maharadja’s zich vermaakten met hun gasten met muziek en dans. Andere mooie zalen zijn de Moti Mahal (het Parelpaleis) en de Sheesh Mahal (de Spiegelzaal), die prachtig gedecoreerd zijn met marmer, schilder- en steenhouwwerk. Ook is er op geraffineerde wijze gebruik gemaakt van spiegels, gekleurd glas en bladgoud.   
 
Wanneer u vanaf de muren van het Meherangarh Fort uitkijkt over de stad, zult u begrijpen waarom Jodhpur ook wel de ‘Blauwe Stad' wordt genoemd. De blauwe kleur van de huizen duidt erop dat hier veel brahmanen wonen. Na uw bezoek in Jodhpur rijdt u door naar Rohet.

U gaat vandaag op een culturele safari naar de Bishnoi-dorpen. De Bishnoi's zijn een gemeenschap van Rajasthan die beroemd zijn om hun rijke culturele Rajasthani-leven en hun ware liefde voor de natuur en de dieren. Een gedenkwaardig uitje in jeeps zal je naar verschillende traditionele dorpsgezichten leiden om getuige te zijn van lokaal handwerk, te weten schoenmakers, aardewerk handweven en mannen in hun traditionele kledij, vrouwen gekleed met zilveren juwelen.

In de afgelegen Aravalli-vallei tussen Rohet en Udaipur ligt Ranakpur. Hier staat een van de belangrijkste en grootste jaintempels van het subcontinent. De hoofdtempel van dit beroemde tempelcomplex is de Chaumukha (de 'Vier Gezichten-tempel') en is gewijd aan Adinath. Deze enorme, prachtig uitgesneden en goed onderhouden marmeren tempel werd in 1446 gebouwd en bevat 29 zalen die ondersteund worden door 1444 zuilen, waarvan er niet twee identiek zijn. 
 
Vervolgens reist u naar Udaipur. Met haar witte paleizen, schitterende meren, prachtige tuinen, fonteinen en tempels is Udaipur voor veel bezoekers de meest romantische plaats van India.

Een bezoek aan het City Palace is beslist een van de hoogtepunten van uw verblijf in Udaipur. Dit enorme complex van gebouwen, waaraan verschillende maharana’s hebben bijgedragen, is het grootste en mooiste van Rajasthan. U kunt hier uren ronddwalen door een labyrint van zalen en binnenplaatsen, die met elkaar verbonden zijn door nauwe gangen en trappen. De toegang tot het City Palace wordt gevormd door een aantal poorten. Onder de drievoudige Tripolia Pol lieten de maharana’s zich vroeger wegen, om vervolgens hun gewicht in goud of zilver onder de bevolking te verdelen. Op het plein daarachter (Bada Chowk) werden de olifanten geïnspecteerd alvorens ze op oorlogspad gestuurd werden. Opvallend zijn ook de torens, balkons en koepeldaken. Vanaf de bovenste verdiepingen heeft u een goed uitzicht over het Pichola-meer en de stad. Het eigenlijke paleis is grofweg te verdelen in een mannenpaleis (Mardana Mahal) en een vrouwenpaleis (het meer besloten gedeelte Zenana Mahal).  
 
Op de top van een berg ten westen van de stad ligt het Monsoon Palace (Sajjangarh), de plek waar de vroegere heersers naartoe trokken ten tijde van de moesson. Het paleis zelf is al jaren gesloten voor bezoekers, maar het uitzicht over Udaipur, met name bij zonsondergang, is magnifiek. Behalve paleizen zijn er in Udaipur ook een paar interessante tempels te bezoeken. De Jagdish-tempel in het levendige centrum van de oude stad is gewijd aan Vishnu. Aan de voorkant van de tempel ziet u een koperen beeld van Garuda, het voertuig van Vishnu. In de tempel bevindt zich ook een zwart stenen beeld van Lord Jagannath, de god van het universum. Bij de Jagdish-tempel is altijd wel een religieus ritueel aan de gang. Mocht u behoefte hebben aan een uurtje rust, dan is een bezoek aan de Saheliyon-ki-Bari wellicht een aanrader. Deze tweehonderd jaar oude ‘Tuin der Maagden van Ere’ mocht vroeger alleen bezocht worden door de dames van de harem. U vindt er een lotusvijver, fonteinen, een rozentuin, paviljoenen en een verzameling inheemse bomen en planten. ’s Avonds maakt u een boottochtje over het Pichola Meer.

De rit van vandaag brengt u naar het pittoreske witte pelgrimsplaatsje Pushkar. Het laatste deel van de route voert via een spectaculaire weg dwars door de Nag Pahar (Slangenberg), het gebergte dat tussen Ajmer en Pushkar ligt. Pushkar is gebouwd rondom het heilige gelijknamige meer. Volgens een legende dankt dit meer zijn bestaan aan Brahma, die een lotusbloem liet vallen op de plaats waar vervolgens een heilige bron ontstond. Pushkar puilt uit van de vele tempels, maar de Brahma-tempel is de belangrijkste. Over de gehele wereld zijn maar een paar tempels die aan deze god zijn toegewijd. De oevers van het Pushkar-meer worden geheel in beslag genomen door maar liefst 52 ghats. Het is verboden deze trappen, waar dagelijks religieuze rituelen plaatsvinden, met schoeisel te betreden. Vooral in de vroege ochtend is het erg druk bij de ghats, wanneer de vele pelgrims zich komen baden in het heilige water. Toeristen zijn hierbij niet altijd welkom. Uw aanwezigheid wordt alleen toegestaan wanneer u de rituele handelingen met het nodige respect tegemoet treedt. Vanwege de heilige status mag er in Pushkar geen vlees en geen alcohol genuttigd worden. Ook mag er officieel geen gemotoriseerd verkeer het stadje in en gelden er strenge kledingvoorschriften dan in andere plaatsen. Met de komst van de vele toeristen is men wat dat laatste betreft tegenwoordig wel iets toleranter geworden

De volgende stop is Jaipur, de hoofdstad van Rajasthan. Vanwege de kleur van de ommuurde oude stad met zijn indrukwekkende poorten en gebouwen wordt Jaipur ook wel de 'Roze Stad' genoemd. De stad werd opgericht in het begin van de 18de-eeuw door maharadja Jai Singh II, die hiermee de hoofdstad van de Kuchwaha’s verplaatste van de heuvels van Amber naar deze nieuwe locatie in de vlakte. De roze kleur werd pas aangebracht ter gelegenheid van het bezoek van Prins Albert in 1883. Roze was indertijd de traditionele welkomstkleur. Jaipur is een heksenketel van knetterende brommertjes, kamelenkarren en loslopende heilige koeien. De oude stad wordt omringd door een imposante vestingmuur met zeven indrukwekkende poorten. De belangrijkste doorgangsweg loopt van de Suraj Pol (de Zonnepoort) in het oosten naar de Chand Pol (de Maanpoort) in het westen. Het City Palace ligt in een blok aan de noordzijde hiervan. Bezienswaardig zijn met name de zeven verdiepingen tellende Chandra Mahal, de Diwan-i-Am (de Zaal der Openbare Audiënties) en de Diwan-i-Khas (de Zaal der Besloten Audiënties). Het grootste deel van het City Palace fungeert tegenwoordig als museum. Een deel van het paleis wordt nog bewoond door de familie van de maharadja.  
 
Het meest opvallende bouwwerk binnen de muren van de oude stad is zonder twijfel het Paleis der Winden (Hawa Mahal), eigenlijk niet meer dan een façade, vanwaar de hofdames van de maharadja onopgemerkt het dagelijkse leven op de straat beneden konden gadeslaan. Het is mogelijk om de gevel vanaf de binnenkant te beklimmen. Interessant om te bezoeken is zeker ook het nabijgelegen Observatorium (Jantar Mantar), dat in 1728 opgericht werd door Jai Singh II vanwege zijn passie voor de astronomie.  

Vandaag maakt u een excursie naar het beroemde Amber Fort, gelegen op een heuvel ongeveer 11 kilometer buiten de stad. Eeuwenlang was Amber de hoofdstad van de Kuchwaha’s, totdat maharadja Jai Singh II er in 1728 voor koos om zijn zetel te verplaatsen naar Jaipur. Het paleis van Amber met zijn vele zalen met marmeren vloeren, fijn bewerkte plafonds en muren met mozaïeken, is een uitmuntend staaltje van Rajput-architectuur. Het opvallendste gebouw binnen de paleismuren is ongetwijfeld de Jai Mandir. Deze met ontelbare spiegeltjes ingelegde 'Hal der Overwinning' is een goede weerspiegeling van de pracht en praal uit de glorieuze tijden van de Rajputs. Vanaf de Jai Mandir heeft u een goed uitzicht over de het paleis en de omgeving. Tegenover de Jai Mandir ligt de Sukh Mahal (de Zaal van Plezier), met deuren ingelegd met ivoor en sandelhout. De marmeren ruimte werd destijds koel gehouden door water te laten lopen door kleine openingen in de muren. De schitterende Sheesh Mahal, waarvan de muren zowel van binnen als van buiten geheel bedekt zijn met fijne mozaïeken va Na de lunch bezoekt u het City Palace, het koninklijke verblijf van Jaipur. Binnen het paleis bevinden zich de Chandra Mahal (maan paleis), Mubarak Mahal (welkomspaleis) en het paleismuseum.

Na het ontbijt vertrekt u naar het Ranthambore Nationaal Park, dat te boek staat als een van de beste natuurparken in India om tijgers in het wild te zien. Het park is gelegen aan de voet van het Ranthambore Fort, dat vanaf een steile rots hoog over de kruinen van de bomen uitkijkt. Het fort is een van de oudste en beroemdste van Rajasthan. Eeuwenlang streden vorsten uit de omgeving om het machtige bolwerk bij hun rijk in te lijven. In de 16de -eeuw kwam het fort in handen van de Kuchwaha’s. De omliggende bossen werden door de maharadja’s naar hartenlust gebruikt als hun persoonlijke jachtterrein. In 1957 werd van het gebied een reservaat gemaakt. De status van Nationaal Park kreeg het in 1981. Momenteel leven er naar schatting ongeveer twintig tijgers in het Ranthambore Nationaal Park. Nadat er in de jaren negentig flink gestroopt is (naar het schijnt met medeweten van enkele parkwachters), lijkt hun aantal de laatste jaren weer langzaam toe te nemen. De kans om tijdens een safari tijgers te zien is zeker aanwezig, doordat de beesten door de vele bezoekers redelijk gewend zijn geraakt aan de aanwezigheid van jeeps en mensen in hun omgeving. De tijgers van Ranthambore staan er zelfs om bekend dat ze ook wel eens midden op klaarlichte dag gespot worden. Desalniettemin blijft de beste tijd voor een bezoek aan het park ‘s ochtends voor 10 uur en ‘s middags na 3 uur.  

‘s Ochtends maakt u een safari door het park. Behalve tijgers komen er in het Ranthambore Nationaal Park ook nog veel andere diersoorten voor, zoals sambar, lippenberen, everzwijnen jakhalzen, hyena’s, luipaarden, krokodillen, en ontelbare vogelsoorten. Afgezien van de wildlife is het park ook al het bezoeken waard vanwege het bijzondere landschap: Ranthambore is een van de laatste vruchtbare lappen groen van enig formaat in de deelstaat Rajasthan. In de rivieren die het park voeden werden al lang geleden dammen gelegd en de meren die zo ontstonden zijn een lust voor het oog, vooral in de mist van de vroege ochtend en bij zonsondergang. Her en der verspreid liggen sierlijke paviljoens en de overwoekerde ruïnes van oude paleisjes. Boven al deze taferelen – die zo uit het Jungle Book lijken te komen – torent het imposante Ranthambore Fort. Wanneer u ’s avonds nogmaals op safari wilt kunt u deze optioneel bijboeken. Aangezien de safari's vaak volgeboekt zijn raden we u aan dit bij de offerte al aan te geven. 
 
Het Ranthambore Nationaal Park is open van oktober tot juni, maar de beste tijd van het jaar om het park te bezoeken is het droge seizoen (van januari tot april), wanneer de dieren uit de bossen naar de meren komen om te drinken.

U vervolgt uw reis naar Agra. Voordat u daar aankomt, maakt u eerst nog een stop bij de verlaten stad Fatehpur Sikri. Keizer Akbar, die beschouwd wordt als de belangrijkste keizer van de Moghuls, liet hier bij het dorp Sikri zijn hoofdstad bouwen. Een lokale heilige - Shaikh Salim Christhi - had namelijk voorspeld dat hij op deze plek eindelijk een zoon zou krijgen. Tussen 1571 en 1585 heerste Akbar vanuit Fatehpur Sikri over bijna het gehele noorden van India. De stad werd door velen gezien als de ideale stad en keizer Akbar genoot aanzien over de gehele wereld. Onder andere vanwege zijn vooruitstrevendheid en zijn grote tolerantie jegens de andere wereldreligies. Onder zijn vijfduizend koppen tellende harem bevonden zich behalve islamitische dan ook vele hindoe- en christenvrouwen. Helaas was de glorietijd van Fatehpur Sikri maar kort. De toevoer van voldoende water bleek een onoplosbaar probleem en weldra na Akbar's dood verlieten de bewoners de stad. De spookstad Fatehpur Sikri bestaat uit een aantal in zeer goede staat bewaard gebleven paleizen, waaronder de Birbal Bhawan, Jodha Bai’s Palace en het ‘gouden paleis’ van Akbar’s vrouw Mariyam. Een bezoek aan de verlaten stad geeft u een goed beeld geven van de rijkdom die hier ooit heerste. Het meest indrukwekkende bouwwerk in echter nog altijd in gebruik: de schitterende Jama Masjid (de Grote Moskee) met naar men zegt de grootste toegangspoort van heel Azië, de Buland Darwaza. Deze Overwinningspoort werd gebouwd ter ere van de overwinning van Akbar op Zuid-India. Opvallend in de architectuur van de moskee is dat er naast de gebruikelijke islamitische bouwstijl ook duidelijke invloeden uit het christendom en het hindoeïsme terug te vinden zijn. Op de binnenplaats staat de witmarmeren tombe van Shaikh Salim Christhi.  
 
Vanaf Fatehpur Sikri is het nog maar een uur rijden naar Agra, waar u mooi op tijd aankomt om de sprookjesachtige Taj Mahal bij zonsondergang te bezichtigen. Dit beroemde mausoleum - door keizer Shah Jahan uit liefde voor zijn vrouw Mumtaz gebouwd, nadat zij bij de geboorte van haar vijftiende kind gestorven was - is geheel opgetrokken uit wit marmer, dat ingelegd is met ontelbare halfedelstenen. Tussen 1631 en 1653 werkten in totaal meer dan 20.000 mensen mee aan de bouw van het monument. Wanneer u de Taj Mahal bij zonsondergang wilt aanschouwen kunt u dit doen vanaf de overkant van de Yamuna-rivier, die langs de Taj stroomt.

De Taj Mahal (vrijdags gesloten) is één van de zeven architectonische wereldwonderen en wordt gezien als het hoogtepunt van de Moghul-architectuur. Het complex is omgeven door een prachtige tuin, waar hele families zich graag laten fotograferen met hun favoriete bouwwerk op de achtergrond. De beste tijd om de Taj de bezoeken is bij zonsopgang of -ondergang, wanneer de muren zacht roze kleuren en een oranje gloed krijgen. De Taj Mahal is beslist meer dan één bezoek waard. In de ochtend staat u heel vroeg op om dit bijzondere gebouw bij zonsopgang te aanschouwen. 
 
Na het ontbijt bezoekt u het Agra Fort. Dit rode zandstenen fort, dat door keizer Akbar ooit als militaire vesting bedoeld was, kreeg tijdens het regime van zijn kleinzoon Shah Jahan vooral de functie van keizerlijk paleis. De twintig meter hoge vestingmuren worden omgeven door een tien meter brede gracht van een totale lengte van 2,5 kilometer. Wanneer u eenmaal de toegangspoort Amar Singh Pol door bent, belandt u in een hele andere stad, compleet met paleizen, tuinen, moskeeën en andere prachtige gebouwen. De mooiste daarvan zijn de Diwan-i-Am (de Zaal der Openbare Audiënties), de uit wit marmer opgetrokken Khas Mahal (het privé paleis van Shah Jahan), de kleine Nagina Masjid en de Musamman Burj. Vanuit zijn kamer op de bovenste verdieping van deze achthoekige toren, ving Shah Jahan een laatste glimp op van de Taj Mahal, alvorens hij in 1666 het leven liet. Het Agra Fort ligt aan de oever van de Yamuna en de keizerlijke paviljoens waren zo ontworpen dat er altijd een verkoelend briesje van over de rivier kon binnenwaaien. Afhankelijk van uw vluchttijden wordt u tegen de middag naar het vliegveld van Delhi gebracht voor uw vlucht terug naar huis (vaak na middernacht) waar u de volgende ochtend aankomt.