Door medewerker Joeri Bauer.
Mijn heerlijke reisroute was : Hanoi - Danang - Hoi’an – Saigon – Cu Chi Tunnels – Mekong Delta- eiland Phu Quoc
Op de luchthaven van Hanoi word ik direct verwelkomd door een deken van warmte, gepaard met de bekende hoge luchtvochtigheid. Ondanks dat ik vroeg in de ochtend land, is het al flink warm en breekt het zweet me direct uit: Ik ben weer terug in Azië, heerlijk!
Dit is mijn eerste kennismaking met Vietnam en dus ook met Hanoi. De stad bruist! Op de drukke wegen krioelen de auto’s en vele brommertjes, fietsers en riksja’s rakelings langs elkaar. Voetgangers steken wonderbaarlijk rustig over en op de stoep wordt werkelijk alles verkocht! Ik laat me vanaf de luchthaven naar mijn hotel in het oude centrum, Old Quarter, rijden en geniet van alles wat me passeert.
Met Old Quarter heb ik direct de leukste wijk van de stad te pakken. Smalle straatjes, veel kleine winkeltjes, eettentjes, restaurantjes, hotelletjes en oude, kleurrijke historische huizen. Er is hier werkelijk van alles te koop! Van de gebruikelijk T-shirts, lampionnen en koelkastmagneten tot rolstoelen, regenpijpen en begrafeniskisten. Ik kijk m’n ogen uit en voor ik het weet ben ik “verdwaald” in de wirwar van straten. Niet alleen op straat is er veel te zien, maar kijk ook eens naar boven. Dan zie je de oude gekleurde gevels die je doen herinneren aan de Franse overheersing in Vietnam. Hun invloed is hier nog duidelijk te zien. En wat natuurlijk ook opvalt is de wirwar aan elektrische bedradingen op de hoek van de straat. Een tafereel dat onmogelijk in Nederland voor kan komen.
Ik kan niet anders dan deze drukke stad zo snel mogelijk te gaan verkennen. Dus welk vervoermiddel kan ik nu beter gebruiken dan een van die brommers die me hier om de vijf seconden voorbij scheuren. Probeer vooral niet 'mee te rijden' en vertrouw op je chauffeur. Al scheurend over de drukke straten, rijd ik langs The Temple of Literature, het imposante Ho Chi Minh Mausoleum en het lieflijke Hoan Kiem Meer. Ik stop hier en daar om een foto te maken. Ik zit ongeveer een uurtje achterop en heb ondertussen bij de vele stoplichten veel nieuwe vrienden gemaakt! Het ritje eindigt bij een lokaal restaurantje in Old Quarter, waar ik kennis maak met iets waarop ik me voorafgaand aan de reis erg heb verheugd: de Vietnamese keuken! Mijn gids bestelt: traditionele Bho Po soep, gefrituurde visjes die met graat en al opgegeten worden, diverse onbekende groentes, rijst en een lekker pittig stukje vlees. Dit alles kan natuurlijk alleen maar gegeten worden met stokjes. Na wat ploeteren krijg ik de stokjes onder controle en geniet ik met volle teugen van het lekkere eten.
Diezelfde avond nog slenter ik door de straten van Old Quarter en snoep ik bij een aantal eettentjes wat lekkers. De dames en heren achter de frituurpannen en bakplaten maken graag een praatje en voor ik het weet eet ik dingen waarvan ik het bestaan niet af wist, ontdek nieuwe soorten fruit en groentes en proef vlees dat in Nederland niet te verkrijgen is: Ofwel genieten van het straatleven in Hanoi.
Het centrum van de stad staat op de Unesco World Haritage List. Het is een gezellige relatief kleine stad met een drukke markt, gelegen aan de Thu Bon rivier. Na aankomst maak ik nog een wandeling door het centrum en over de markt. ‘s Middags maak ik een leuke boottocht over de rivier en bezoek ik een vissersdorp. Hier maak ik kennis met de lokale bevolking. Op het water zijn vissers druk bezig met de netten uit te gooien. Maar, het hoogtepunt van deze dag is iets Oer-Hollands: fietsen door het centrum van Hoi An. Wat me direct opvalt is dat zodra ik op de fiets stap, ik me een stuk veiliger in het verkeer voel dan te voet… Alsof ik word opgezogen en meegesleurd in de wirwar van het verkeer. De route die ik afleg is er eentje die ik niet snel vergeet; kriskras door het centrum, langs historische huizen met gekleurde vervallen gevels en natuurlijk over de boulevard met vele lampionnetjes die de kade 's avonds sfeervol oplichten.
Dan is het tijd om het straatleven even achter me te laten en in de geschiedenis van het land te duiken. Ik zet mijn reis voort naar Saigon en maak een excursie naar de Cu Chi tunnels. Een gangenstelsel van meer dan 250 kilometer lang in een gebied van 420 km2 tot een maximale diepte van ongeveer 10 meter, in de binnenlanden van Vietnam. Hier hielden de Vietcong zich tijdens de Vietnamoorlog (de Vietnamezen noemen deze oorlog The American War) schuil en streden tegen de Amerikanen. De indrukwekkende smalle, donkere gangen samen met de vele gruwelijke boobytraps, de vochtige hitte in de dichte jungle en het gevaar dat je elk moment beschoten kan worden, doen me beseffen dat deze oorlog een hel is geweest… Voor meer achtergrondverhalen ga ik in Saigon naar het War Remnants Museum. Hier is, naast oude opgeknapte oorlogsvoertuigen, een indrukwekkende fotocollectie van oorlogsmisdaden, slachtoffers en nabestaanden te zien.
Saigon heeft naast dit indrukwekkende museum nog veel meer te bieden. Heilige pagodes, waaronder de Jade Keizer Pagode, tempels, en de kleur- en geurrijke Ben Than markt die je zeker niet mag missen. De stad is groot en het verkeer is hier wederom druk. Om van de ene kant van de stad naar de andere te gaan, gaat het snelst met de brommertaxi. Net als in Hanoi, een beleving! Ook ontwikkelt de stad zich in razend tempo tot een ware hypermoderne metropool waarin de oude gebouwen uit de koloniale tijd in ere worden gehouden. Tussen de moderne wolkenkrabbers vind je de Notre Dame kathedraal als herinnering aan de Franse overheersing, een operahuis en het stadhuis met een knipoog naar westerse neo-classisistische architectuur
Na het bezoek aan de stad is het tijd voor ontspanning aan het strand. Ik vlieg in 40 minuten van Saigon naar Phu Quoc, het grootste eiland van Vietnam, gelegen in de Golf van Thailand tegen de grens van Cambodja. Dit kegelvormig eiland is nu nog een bezoek waard. Lange witte stranden aan de west- en oostkust van het eiland. Ik verblijf in La Veranda Resort waar ik vanuit mijn kamer zo het strand oploop. Het is werkelijk een strand zoals in mijn dromen: wit zand, wuivende palmbomen, strandbedden en het water wordt heel geleidelijk dieper. Ik kom niet meer van mijn handdoekje af tot we gaan eten hoor!
Een weekje is natuurlijk veel te kort! Ik kom zeker terug om de andere - misschien minder voor de handliggende- delen van dit sprankelende land met het heerlijkste eten van Azie, te verkennen.
Warme Buon Pho groeten van,
Joeri Bauer ( Juni 2014 )
De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de
categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.