India, Ladakh, Sham trektocht

U wordt naar Likir gereden (zo'n 60 kilometer rijden) waar u begint met de wandeling. Er wordt ongeveer vijf uur door een afwisselende omgeving gelopen. Het eerste stuk gaat langs een bergbeekje dat door de groene vallei stroomt, daarna wordt er langzaam gestegen tot aan de eerste pas, de Pobe La (3550 meter). Er wordt langs grillige rotsformaties gelopen, die allerlei kleurschakeringen met vooral veel roodtinten hebben. Na een korte stop op een groen weitje even onder het dorpje Sumdo (3470 meter) gaat de route door naar de volgende pas, de Charatse La (3630 meter). Vanaf de pas kunt u de volgende overnachtingsplek in het dorpje Yangtang (3600 meter) al zien liggen. Het is een dorp met lemen boerderijtjes waar de mensen nog traditioneel gekleed gaan. De zomer is het seizoen waarin gezaaid en geoogst moet worden, dus iedereen is druk bezig.

Deze dag kan eventueel als extra dag ingevoegd worden, waardoor het een 5 daagse trek wordt. Er wordt afgedaald naar het klooster Rizong. Het is een rustige wandeling van 2 uur langs een riviertje met snel groeiende wilgen. De zelfde route moet weer omhoog worden gelopen.

Vandaag weer een indrukwekkende dag: steile bergwanden, grillige breuklijnen en gesteenten in de meest uiteenlopende tinten en op de achtergrond besneeuwde bergtoppen. Er wordt door de Wulle vallei getrokken over de Sermanchanpas (3750 meter) naar Hemis Shukpachan (3700 meter), een wat groter dorp met een mooie gompa. Vanaf Yangtang is het een kwartier lopen, voordat de beklimming van de Sermanchan La begint, zo'n 45 minuten gestaag klimmen. Daarna een daling van een half uur naar Hemis Shukpachan. 's Middags kun je nog in de vallei rondwandelen, ongeveer anderhalf uur; eerst naar de shukpachan (jeneverbes) bomen, dan door naar het nonnenklooster beneden. NB: De sterke wandelaars kunnen via een andere route naar Hemis Shukpachan lopen. Je gaat dan eerst richting het klooster van Rizong en vanaf daar een vrij zware pas over, in totaal zeven uur lopen.

De wandeling gaat over een stuk vlak terrein langs oude cederbomen voordat er naar de top van de Lago of Meptek pas (3750 meter) gegaan wordt. Daarna afdalen, we passeren het aan de rivier gelegen dorpje Ang, waar er geluncht kan worden. Vervolgens naar Temisgan, gelegen in de rijkste vallei van Ladakh. In de middag is er tijd om naar het oude klooster te gaan. Dus eerst 30 minuten gestaag stijgen. Dan volgt een zwaar stuk: kort steil naar beneden (15 min), langzaam de bocht om via een smal paadje en vervolgens steil omhoog. De beklimming duurt ongeveer 20 tot 40 min tot aan Meptek-La en vervolgens een half uur geleidelijk omlaag naar Ang. Van Ang naar Temisgan is het nog 45 min a 1 uur wandelen. Het klooster ligt in Temisgan ligt op de top van een berg: Je kan aan de ene kant omhoog en aan de andere kant naar beneden. Nog een flink steile klim, in totaal 20 minuten. Met een schitterend uitzicht!

De laatste wandeldag en een behoorlijk pittige! Er wordt gelopen langs het langgerekte Themisgang dat overgaat in het dorpje Tea. Dan volgt een steile klim naar de Bongbongpas (3600 meter. De groene vallei maakt plaats voor het barre landschap van de hoogvlakte. Her en der groeit korstmos, een zeer zeldzaam verschijnsel. Dit mos groeit alleen op plaatsen waar de lucht zeer zuiver is. Er wordt afgedaald naar de weg, waar bij Khalatse vervoer naar Leh staat te wachten.