Dimsummer Christel reisde met haar gezin naar Sulawesi en maakte de bijzondere begrafenisrituelen mee van de Tana Toraja.
Meer foto's kijken van Sulawesi (oa Tana Toraja) doe je hier.
Met mijn gezin bezocht ik Zuid-Sulawesi in de zomer. We waren hier te gast in Toraja Land waar we een wel heel bijzonder "feest" mochten meemaken; begrafenisrituelen voor twee overleden familieleden van een zeer vooraanstaande familie. De lichamen van twee familieleden zijn hiervoor gebalsemd en bewaard in een van de familiehuizen om op de grote dag een feestmaal aan te richten voor familie en vele, vele omwonenden. Daarna worden de lichamen naar hun laatste rustplaats gebracht. Een meerdaags spektakel zo bleek. Dit ga ik nooit meer vergeten...
Honderden gasten zijn van verre gekomen om een laatste groet te brengen aan twee overleden familieleden van een rijke Toraja familie uit het plaatsje Warante, vlakbij Rantepao in Tana Toraja. De twee familieleden zijn de moeder en de zoon die eerder dit jaar zijn gestorven. Hun lichamen worden bewaard in het houten huis van de familie zoals dat hier hoort.
Dit houten huis of tonganan heeft een enorm dak in de vorm van een boot. Het is prachtig versierd met symmetrische inkervingen gekleurd met rood, geel, zwart en wit.De ceremonie waarvoor geld nog moeite gespaard is, duurt enkele dagen. Aan het eind van deze ceremonie, zullen de kisten met de overledenen bijgeplaatst worden in een familiegraf in een grot, niet ver van hier.
De grotten zijn open, je kunt er zo in wandelen en langs kisten komen die hier honderden jaren geleden zijn bij gezet of slechts gisteren. Het verschil zie je. De oude kisten zijn van dik vergrijzend hout, vaak open en zonder beenderen. De nieuwe zijn van glanzend hout en hebben vaak een kleed over de kist of zelfs doorzichtig plastic. Sommige families halen naar verloop van tijd de beenderen uit de kist en plaatsen die zo maar los in de grot. Je ziet er doodshoofden met een half afgerookt sigaretje in hun oogkas. Je ziet flesjes water en sinaasappels voor een kist liggen. Blijkbaar hebben de Toraja echt geen last van nachtmerries. Ze tonen op deze manier uitermate veel respect aan de overledenen door ze zo goed te verzorgen alsof ze nog in dit leven zijn. Een gelijkende houten Tau Tau – pop wordt in een veranda aan de rotswand boven de grot bijgezet ter herinnering aan hen die leefden.
De veranda – zoals bij het plaatsje Londa- hangt hoog aan de witte rotswand tussen het groen van de sawa’s. Het is net een balkon in een stadsschouwburg waar de Tau Tau poppen eerste rang stoelen betaald hebben. Het is werkelijk een bijzonder schouwspel, maar dan zonder beweging.
Tijdens de ceremonie bij Warante, word ik samen met veel andere buitenlandse gasten naar een speciaal daarvoor opgezette houten kiosk geleid. Mannen en vrouwen worden geacht gescheiden te zitten. We zitten met misschien wel 30 toeristen in zijwaartse zit met kousenvoeten te wachten. Nieuwsgierig wat er komen gaat. Om ons heen staan wel 15 houten kiosken zoals die van ons , allemaal bestemd voor de binnenstromende gasten. De bankjes aan de voorkant zijn bestemd voor gasten van de adelklasse. Daarachter kunnen de anderen, blijkbaar van lager stand, plaatsnemen. Prachtig verklede meisjes knikken me gezellig gedag. Ze hebben oranje met zwarte vestjes aan gemaakt van kraaltjes. Om hun hoofd een brede oranje band met gouddraad afgezet. Hun haar in een kunstige knot.
De familieleden van de overledenen zijn totaal in het zwart, net als overigens een deel groot deel van de gasten. Sommige vrouwen zijn behangen met goud. Oorhangers, halskettingen en armbanden van verfijnd filigraan. Plotseling herken ik met een kleine schok door mijn hoofd een oorhanger die mijn oma vroeger had. Ze noemde het toen inderdaad Javaans goud.
Wij – de buitenlandse gasten- worden geheel onverwachts onderdeel van de ceremonie. We zijn op de eerste dag van de ceremonie beland en het spits wordt afgebeten door de familieleden die in een lange sliert naar onze kiosk schuifelen. De vrouwen dragen een koperen schaal met daarop elegante koperen kannetjes en schaaltjes. Daarin staan rechtop vanillestokjes en in de schaaltjes ligt suiker gemend met anijszaadjes en gepofte rijst. Het wordt ons al hurkend aangeboden. Sommige vrouwen spreken zelfs een beetje Engels. De lieve oude mevrouw die voor mij hurkt heeft een mooi katoenen lapje vast die ze voor me openvouwt. Uit het lapje komenkleurrijke snoepjes in aandoenlijke papiertjes. Ze biedt me de snoepjes aan. We proberen wat tegen elkaar te zeggen maar haar Engels is beroerd en mijn Bahasa Indonesië of haar eigen Toraja taal nog erger. Gelukkig schiet een jongere zus ons te hulp. Ze is ontzettend blij en vereerd dat ik de moeite heb genomen hier naar toe te komen, vertaalt ze. Hoe meer gasten, hoe beter dit is voor de overleden familieleden, verzekert ze me en ze lacht me bemoedigend toe!
En zo zijn we nu eens een keertje niet te veel op een inheems festival. Zo vaak denk ik; wat moet ik hier nou eigenlijk tussen mensen die hun eigen feest willen vieren, of hun eigen verdriet willen weg wapperen op rituele wijze. Wie ben ik dat ik daar tussen mag staan, ook nog met een camera stiekem in mijn handpalm. Bij deze begrafenisceremonie heb ik op dat vlak in ieder geval blijkbaar niets te vrezen. Ik knik dankbaar en leg uit dat het juist voor mij een eer is om hier te mogen zijn. En dat meen ik.
De andere gasten brengen nu naast de levende zwartharige varkens hangend aan bamboepalen ook karbouwen mee. Buffels dus. Die hangen niet aan palen want het zijn werkelijk enorme beesten. Telkens als er een nieuwe groep lokale gasten arriveert, worden hun varkens en karbouwen gepresenteerd door ze op de binnenplaats te brengen wanneer de stoet gasten langs de kisten van de overledenen trekt. De beesten worden omringd door kleurige maar ingetogen dansen van danseresjes met kralen vestjes aan. Daarna komt er een groep van wel 50 mannen binnen die in een kring om de beesten gaan staan. Ze zingen op een eenvoudige melodie steeds hetzelfde dromerige romantische lied. Ze maken er simpele danspasjes bij. Ze begeleiden zo de overledenen op een veilige manier naar de hemel.Deze ceremonie kost karrenvrachten met Rupiahs. Dat kan niet anders. Niet alleen voor de familie maar ook voor de gasten is het een aderlating van jewelste. Er gaat verschrikkelijk veel geld in om. De familie verplicht zich om de gasten een goed onderkomen te geven tijdens de ceremonie, de gasten verplichten zich om met dure varkens en nog duurdere karbouwen te komen. Het is een wederdienst. Om de relaties onderling goed te houden. Jij komt met een karbouw? Dan moet deze familie de volgende keer bij jouw ceremonie ook met een karbouw komen. Eerlijk is eerlijk. Een karbouw kost al snel zo’n vier tot twintig duizend euro. En dan heb ik het niet over de Albino Karbouw - de trots van Toraja Land.
Deze wordt niet voor niets de Toraja Mercedes genoemd. Omdat ie net zo duur is.En wat gebeurt er met deze beesten? Ze worden geslacht op de laatste dag van de ceremonie en uitgedeeld aan alle gasten. Elk hapje kost een vermogen. Ben benieuwd of een Toraja dat nou ook bedenkt als ie zijn tanden in een mals hapje karbouw zet.
Ontmoeting met een Toraja Mercedes
Een touw in een stukje plastic slang loopt door zijn natte neus die een beetje scheef getrokken door dat zelfde stuk touw er uit ziet als een stukje zwarte natte klei. Zijn logge kop en een sterke brede nek laten niet met zich spotten. Zijn nek is zo breed dat er geen touw goed om heen past, vandaar maar een touw door de neus. Dat is tenminste de verklaring van zijn trotse hoeder die hem in de gaten mag houden. Zijn gigantische horens die ver uitsteken, eentje wijst overigens naar beneden en de andere naar de hemel, steken hun kracht niet onder stoelen of banken. Zijn witte ogen en witroze huid met grijze vlekken zien er een beetje aandoenlijk uit.
Een albino buffel doet bij mij toch een beetje zielig aan. Maar niet bij de Toraja. Een albino buffel wordt vertroeteld. Het is de meest kostbare buffel die er bestaat in Toraja Land. Voor een sterke volwassen albino buffel wordt al gauw 100 miljoen Rupiah neergelegd. Dat is zo’n euro 60.000,-! Deze karbouwen worden dan ook verzorgd alsof het babies zijn. Ze worden uitstekend gevoerd met vers gras, er wordt dagelijks rondjes met ze gelopen alsof men de hond uit laat. Eenmaal daags krijgen ze een uitgebreid badritueel kado. En dat gebeurt meestal op het einde van de dag. De rivier ligt dan als een persoonlijke spa o ze te wachten. Lekker drijven in het water met af en toe een massage van de loopjongen. Letterlijk. Een ware Toraja-mercedes. De gewone donkergrijze karbouw mag er overigens ook zijn. Toch nog een slordige 40 tot 60 miljoen Rupiah wordt er voor betaald. Toch al snel zo’n eur 25000,- Een kalf kost eur 5 miljoen.
Hoe krijgt zo’n beest dat ooit terug verdiend? Er moet toch iets anders onder het gras zitten, of in dit geval onder de rijst, dan het ploegen van de sawa’s? Het geheim wordt me verklapt door Cornelius, een Toraja jongen met een wel heel christelijke naam. De karbouwen waren van oudsher het betaalmiddel in Toraja Land. Dat is zogezegd een beetje uit de hand gelopen.
Een Tonganan (het traditionele houten Toraja huis met een dak in de vorm van de onderkant van een boot) kost 4 a 5 karbouwen. Ook het varken wordt hiervoor gebruikt. Deze Toraja karbouwen staan helemaal niet meer voor de ploeg. Vandaag de dag worden de karbouwen gebruikt als gift aan de overledenen voor wie een ceremonie wordt gehouden. Op de laatste dag van zo’n ceremonie worden de kist naar de grotten gedragen en de beesten worden geslacht.
De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.