Een maand naar de traan van India, dat is het idee voor deze zomer. De traan van India heb ik immers nog nooit mogen betreden tot de dag van vandaag. Wat een deprimerende en onterechte bijnaam voor dit prachtige eiland waar de biodiversiteit groter is dan heel India bij elkaar. Waar de mensen vriendelijk, rustig, hartelijk en schoon zijn. Waar het boeddhisme duidelijk een stempel heeft gedrukt op de ontwikkeling van het indrukwekkende cultureel erfgoed van de Singalezen. Waar Tamils met rustige bijna onopvallende tred hun Hindoeïstische tempels betreden en hun Shiva, Ganesha of Vishnu offeren. Waar in die tempels de Singalese Boeddhisten ook welkom zijn om in een aparte nis of kleine tempel hun Sakyamuni Boeddha te eren. Als buitenstaander voelt dat als een enorm verschil met de hindoeïstische beleving in het zuiden van India. Dat het niet altijd pais en vree was, weten we. Maar de vrede die drie, vier jaar geleden is ingezet, biedt perspectief aan de opbouw van het land. En daar is iedereen volop mee bezig . Dat is duidelijk te zien en te voelen.
Ik kan niet anders zeggen, Sri Lanka is het meest ideale land in Azië om met je gezin te bezoeken als je het mij vraagt.
Wij zijn dus zelf een gezin. Twee ouders met een dochter van 10 en een zoon van 6. En we hebben in een maand min of meer de belangrijkste bezienswaardigheden van het land kunnen bezoeken. Uiteraard zijn er veel meer plaatsen die we niet bezocht hebben en daarvoor gaan wij zelfs graag nog eens terug. Want dat is toch wel wat ons zo opviel; Sri Lanka is meer dan alleen strand, Boeddhabeelden en olifanten alleen. Toegegeven, Sri Lanka mag zich gelukkig prijzen, juist vanwege de mooiste stranden, Boeddhabeelden en olifanten op het Aziatische continent. Maar er is meer. Veel meer!
We hebben de volgende plaatsen in volgorde van onderstaande opsomming bezocht. Negombo – Anuradapura- Trincomalee- Habarana (Polonaruwa, Sigirya rock, Minnirya National Park)- Kandy (grootse Peradera Festival) - Nuwara Eliya- treintje naar Ella – Yala National Park- Mataram strand- Galle Fort - Colombo.
Zonder overdrijven; wat hebben wij in prachtige hotels gezeten. De meeste hotels waar we een nachtje of twee, drie, vier mochten blijven hadden keer op keer weer een verrassing in petto; een prachtige ligging, prachtig interieur, een romantisch zwembad, een heerlijke keuken of weelderige flora en fauna vlak om ons heen. Meer dan eens kwam het voor dat we van al deze ingrediënten bij elkaar mochten genieten! Wat ons gezin zeker bij bleef is ons verblijf in Talalla Retreat in het zuidwesten. Het is een yoga-retreat met een fijn zwembad en werkelijk de mooiste baai die we hebben gezien in Sri Lanka (en we hebben er veel gezien!). De kamers zijn met opzet gedeeltelijk open (aan een zijde), dus je bent letterlijk omringd door een zeebriesje en de natuur. De badkamer is mooi aangelegd en ook buiten maar dan privé ommuurd. Je doucht met het geluid van papegaaitjes die kwetteren in de palmboom in de tuin. Het eten is erg goed (op basis van Ayuveda voor een deel, ik begrijp dat deze smaak persoonlijk is) en ik heb er heerlijk elke ochtend yogalessen kunnen volgen net na zonsopkomst. Zelfs mijn dochter van 10 deed mee. Let wel: het retreat laat geen jonge kinderen meer toe!
Een aantal hotels komen ook terug in ons individuele aanbod onder het kopje comfortabele hotels van Sri Lanka. Mijn persoonlijke topper was ongetwijfeld Vil Uyana, een Jet Wing Eco Resort in Habarana. Prachtige houten eco-villa’ s midden in het wuivende riet en groene bamboe met veranda’s aan het water waar ijsvogels, krokodillen en water monitors hun theekransjes houden.
De Boddhiboom waaronder Gautama Boeddha in Bodgaya India de verlichting bereikte is eigenlijk niet meer. Maar gelukkig is er lang geleden een stekje meegenomen door een Indiase prinses , de dochter van de Koning Ashoka en hier in Anuradapura gepland. Het boeddhisme vond hiermee voorgoed voet op Sri Lankaanse bodem en daarmee is deze plek een van de heiligste plekken van het land geworden.
In het kleine tempeltje dat om de Boddhiboom is heen gebouwd, zit een familie op de kale maar warme tegelvloer. Een zuigeling op moeders knie. Alle familieleden in het wit gekleed zoals het een pelgrim betaamt. Ze leggen bergen witte lotusbloemen die nog niet helemaal open zijn op het altaar voor een grote Boeddhabeeld onlangs opgefrist met hippe kleuren. De Bodhiboom staat achter het beeld, maar niet in beeld vanuit hier. Zodra elk familielid zijn deel aan lotusbloemen heeft neergelegd , schuifel men terug daar de verzamelplaats midden in het tempeltje, en gaat terug zitten op de warme tegelvloer. De zuigeling met een donkere dot poeder tussen haar grote wijde ogen kijkt verwonderd de wereld in. Voor de familie was het een dag rijden om de boom te zien, te voelen en te offeren. Ze blijven daarom met zijn allen op de warme klamme vloer zitten. Zolang de baby het maar volhoudt.
En daar achter de muur van de Gouden tralies staat ie dan!
De heiligste boom van de boeddhistische wereld, de oudste Bodhiboom van het heelal. Een koning, een majesteit, een keizer, groots en triomfantelijk! Nee, de waarheid is wat meer prozaïsch te noemen. Een kromme dikke tak met af en toe een zijscheut waaraan groene blaadjes voorzichtig hun schoonheid proberen te ontvouwen, heeft het zichtbaar zwaar. Gelukkig hebben de heilige verzorgers hier iets voor bedacht. De arme majesteit heeft krukken gekregen. En dan nog wel en stuk of vijf. Om hem op de meest fragiele stukken elegant te ondersteunen. Gouden krukken, dat dan wel natuurlijk. Het leven zal op gezette tijden zelfs voor de Bodhiboom niet makkelijk zijn.
Als ik het bewegingloze theaterstuk zo aanschouw, ben ik heel blij dat er af en toe toestemming wordt gegeven om een stekje te nemen van deze boom om elders Bodhibomen tot bloei te laten komen.
Christel
Er drijft een boomstam in het water. Als je goed kijkt tenminste, dan zie je het. Een klein stukje van een gigantische boomstam. Ik sta in het openlucht restaurant op houten palen en kijk uit op het serene meer omzoomd met rietkragen. Houten huizen met rieten daken in de verte. De boomstam drijft wat rond tussen grote groen bladeren van lelies die nog niet bloeien maar wel al veelbelovend in de knop staan. Wat een vredelievend geheel. Maar dan, met een sneltreinvaart schiet de boomstam uit he water. Hij heet plotseling poten gekregen en met een paar rake stappen zet hij zichzelf op de kant. De boomstam is een reuzekrokodil geworden van minstens twee meter! Luna gilt. Aaaaah mama! en krokodil! Gelukkig staan we hoog en veilig. Met verbazing kijken we hoe de krokodil stokstijf en muisstil blijft liggen. Geen enkele beweging meer. De plotselinge actie lijkt nooit te hebben plaatsgevonden.
Vanuit de keuken komt onze ober met een brede lach langs ons gestoofd met een witbrood in zijn hand. Met een ferme worp gooit hij een stuk de railing over. Een trotse lach onze kant op. De bevroren krokodil schiet als een afgeschoten steen in een katapult naar voren en hapt met zijn enorme bek het witbrood naar binnen. En blijft weer bewegingloos liggen. Bij een volgende worp herhaalt zich het tafereel. Vol verbazing kijken we de ober aan. Tja, zegt ie. Hij lust alleen maar witbrood met jam.......
Vil Uyana, Jet Wing Habarana Resort klinkt als een OAD all inclusive met een kanariegeel reclamerandje maar niets is minder waar. Dit resort ligt midden in de ongerepte natuur van Habarana. Opgebouwd met respect en zelfs met oog voor behoud en bescherming van de natuurlijke omgeving. En dat met de hulp van de lokale bewoners. Tenminste dat is de belofte. Alle kamers zijn niets minder dan met hout opgetrokken villa’s op palen in een soort moerasland verbonden met elkaar door houten knuppelbruggetjes. De bruggetjes zijn ’s avonds verlicht met lantaarntjes die met hun zachtgele licht op een vredig een vriendelijke manier de weg wijzen naar je voordeur. Waarachter een Hemelse bed op verhoogde houten vlonders naast een diep verzonken vierkante bad die je met een vriendelijk gladgestreken tadelact trapje naar beneden opwachten. De villa’s bestaan enkel uit een grote ruimte onderverdeeld in drie niveaus verbonden met elkaar door twee houten traptreden. Een goddelijke ruimte afgezoomd met doorzichtige sierlijke witte katoenen voiles die rond het hemelbed hangen. Vanuit deze slaap-oase heb je een breed uitgemeten uitzicht op het moerasgebied. Tenminste als de hotelbediende gekleed in loszittende crèmekleurige linnen de rietenrolluiken omhoog heeft getrokken zodat je kunt genieten van de ochtenddauw dat boven het water hangt.
Hier vliegen meer soorten vogels rond dan in de stoutste dromen van een vogelaar. In de ochtend kun je met de huisbioloog op stap, net na zonsopkomst, om met gemak twintig soorten vogels te snappen in hun ochtendvluchtjes.
Viraj kijkt verwonderd naar achteren , om de uitdrukking op mijn gezicht af te lezen. Hij kijkt wat zoekend naar mijn ogen omdat ik net mijn verbazing uitspreek over het feit dat Singalezen wel twee zinnen nodig hebben om alleen maar ‘hallo’ te zeggen. Viraj legde me een moment hiervoor uit dat de Singalezen in Sri Lanka elkaar niet begroeten met ons obligate goedemorgen of goedemiddag maar met de woorden : ‘’are you born; save your blessings’’! Are-you-born-save –your-blessings-herhaal ik en sjok verder hijgend het smalle trapje naar de Hindu tempel op, achter Viraj aan. Viraj is onze chauffeur en tevens gids gedurende de komende maand dus het lijkt me verstandig hem serieus te nemen.
En ik ga verder: ‘’Een heel verhaal lijkt me dat, om alleen maar hallo te zeggen tegen een voorbijganger die je toch al eigenlijk liever niks wilde toeknikken omdat je meer bezig bent met het verkeer, je schoonmoeder of je schoolresultaten. Wat een eerbied huist er in uw volk!” Viraj stopt op het smalle trapje en draait zich om. Nee!, zegt Viraj en herhaalt: are-you-born-save your blessings! En ik reageer weer: “oh ook nog helemaal in het Engels ook?”
Dat kan ik me namelijk zo voorstellen omdat in Sri lanka twee talen worden gesproken; Tamil en Singalees. Omdat deze twee talen zo van elkaar verschillen en een Tamil eigenlijk nauwelijks een Singalees verstaat en andersom, wordt vaak onderling Engels gesproken. Viraj houdt zijn adem in en kijkt me met een besmuikt lachje aan. Nog niet helemaal een open lach want we kennen elkaar immers nog maar een dag. Ik bedoel: “ Aayu-bowan! En dat betekent Save your Blessings!” Zijn ogen schitteren, zijn armen schieten als die van een marionet omhoog. Het bloed schiet naar mijn hoofd.
Dat belooft wat! Een maand lang in Sri Lanka en ik kom op de eerste dag al niet uit het eerste Singalese woord dat me wordt geleerd. Ik was er vast van overtuigd dat hij Are-you-born zei!
Deze reis wordt vermoedelijk een grote Babylonische spraakverwarring. Wat wil je ook in een land waar ze hun vroege hoofdstad A-nu-ra-da-pu-ra noemen. Ik heb daar minstens een half uur op geoefend. Met klappen erbij . Een klapje voor elke lettergreep en zo leer je op het ritme van het klappen de boel wel goed uitspreken. Sri Lanka! Ik heb er zin in!
Ik dacht eigenlijk dat je fatsoenlijke safari's alleen in Afrika kon maken.
Daar bedoel ik mee: daar waar je wilde dieren echt kunt zien vanuit een open jeep waar je op staat en waar je haar dan wappert in de wind terwijl de jeep al hotsend en klostend over een paadje van rode aarde scheurt. Ik dacht niet dat dat in Azie kon. Dat komt omdat mijn partner ook een keer op safari is geweest. In India. Na vier uur rondrijden waren ze twee voetafdrukken van een vermeende tijger verder. En daar moesten ze heel blij mee zijn. Ze hadden verder geen beest gezien. Zelfs geen vogel. En stiekem verdacht hij de gidsen ervan dat ze er iemand op uit hadden gestuurd om met een stok met aan het uiteinde een plastic tijgerklauw gebonden, wat afdrukken te maken om westerse toerist tevreden te stellen. Nou is dit laatste helemaal natuurlijk niet waar. Zo denken Indiase gidsen niet. Ik heb dus gezworen om nooit een safari te doen. Temeer omdat ik het ook een bedenkelijke activiteit vind. Een beetje met een hoop jeeps wilde dieren in hun habitat op jagen! Laat ze met rust!
Maar ik ben om.
Door deze Olifanten-safari die ik deed met mijn twee kinderen in Minneriya (Habarana). Ik ging er met weinig hoop op af. Ik had die plastic tijgerklauw aan een stok steeds voor mijn ogen dansen. Maar de jeep viel al mee. Het is een echte jeep met open dak! Mijn kinderen stonden er al in te juichen. En daar gingen we. Al hotsend en klotsend over, ja, een onverharde weg van rode aarde. De stofwolken stoven op achter ons en onze haren wapperden in de wind. En na een dik half uur rijden, begon ik toch stiekem te denken, ik kon niet anders; zie je wel. Niks te zien. Maar dan plots trapte onze chauffeur van nauwelijks veertien lentes jong hard op de rem. En wees met wapperende vingers naar de bosjes. Look! En ik keek. En wat we zagen waren twee immens grote olifanten met hun kind. Ze stonden met hun slurf aan een tak te trekken terwijl de baby toekeek. Zo vertederend. En zo dichtbij!
In totaal hebben we letterlijk meer dan 80 olifanten geteld die aan deze grote plassen kwamen drinken. Door de droogte kwamen ze in grote getale en van ver om hier te drinken. Een machtig gezicht! En met hen honderden prachtige vogels. Zwartnek-kraanvogels, reigers,secretarisvogels en vele vele felblauwe ijsvogels.?Sinds deze safari kijk ik weer terug thuis elke natuurfilm met aandacht en liefde.
En kijk reikhalzend uit naar nog zo'n prachtig avontuur!
Al een paar dagen kijken we er naar uit wat vandaag zal gaan gebeuren. We mogen plaatsnemen op de veranda van het Queens Hotel midden in het oude culturele centrum van Kandy, vlakbij het grootse meer om daar getuige te zijn van een van de grootste festivals van Azië! Het Peradera Festival. Al meer dan 150 jaar wordt dit 10-daagse festival gevierd in Kandy. Het is het festival waar het heiligste van het heiligste van Sri Lanka naar buiten word gedragen in processie en vereerd: de Heilige Tand van Boeddha. Wie de Tand heeft , heeft de macht over Sri Lanka. En dat begrepen de Britten maar al te goed dus zij hebben bij het kolonialiseren van Sri Lanka als een haas de tand in beslag genomen. Maar zoals aan alles een end komt, hebben de Britten deze tand op een goeie dag weer teruggeven aan de machthebber van Sri Lanka en deze liet hem weer terug brengen naar waar deze hoort: in de Tempel van de Heilige Tand hier in Kandy.
En elk jaar wordt de Tand gelucht.
De oorspronkelijke bedoeling van deze processie was om de goden te aanbidden en te vragen om eindelijk regen te geven na een lange periode van droogte en ellende. De processie werd in gang gezet en zo waar ik zeg u : het begon te regenen! Om de goden niet in het harnas te jagen werd besloten van af toen elk jaar de processie te houden en zo de moessonregens te waarborgen.
Ondertussen is het een processie geworden van 10 dagen lang waar duizenden menen uit het hele land op afkomen. En naar mate we dichter bij de laatste dag komen, wordt de processie langer en langer. Wij zijn er in geslaagd kaartjes te krijgen voor de een na laatste dag. Wat een spanning!
Wij zitten opgepropt tegen elkaar op plastic stoeltjes op de veranda van het majestueuze Queens Hotel. Het bemachtigen van de kaartjes was een theaterstuk op zichzelf. Onze chauffeur Viraj is dagenlang aan het bellen geweest en steeds kregen we een nieuwe prijs te horen voor deze felbegeerde kaartjes. Het schijnt een hele klus te zijn om hier te mogen komen zitten. De prijs liegt er niet om. We hebben uiteindelijk 35 harde europegels per stoel betaald. Geen idee of het een normale prijs is. En nu maar hopen dat we van diezelfde stoel mogen vallen van verbazing.
En dat doen we! De lange optocht begint met tromgeroffel door mannen met witte hoofdbanden om. Vuurkorven op stelen waarin kokosnootschillen liggen die in de fik zijn gestoken en goed roken en stinken. Mannen met bruine blote bast, slangen van goud om hun gespierde bovenarmen, losse witte kantoenen broeken, kleurrijke sjerpen kruislings over hun borst. Ze stampen met hun blote voeten waardoor de belletjes aan hun enkelbanden rinkelen.
Daar komen de dansers. Honderden jongens van klein naar groot dansen alsof ze in trans zijn. Het wemelt van de blote basten, gouden slangen die fonkelen in het licht van de vuurkorven, witte sjerpen, grote gouden oorringen en vurige blikken. Zeer intens en intiem te gelijk.
En dan komen de olifanten. Met een trage maar krachtige tred komen ze dichterbij. Gemend door een trotse eigenaar. Niet eentje maar welgeteld 64 stuks. Van klein naar groot, versierd met kleurrijke kleden en duizenden lichtjes om hun hoofd, slurf en oren. Hun slurven zwieren zachtjes mee op de maat van de paukenslagen die hun begeleiders te berde brengen.
En dan na lange, lange tijd, zien we de olifant die de eer toebedeeld heeft gekregen om het kleinood te dragen. Op zijn rug een altaar waarin een kleine gouden pagode boven alles uit lijkt te steken: de Tand van de Boeddha is er weer!
Ondertussen is het publiek in slaap gevallen. De hoofden van duizenden toeschouwers knikkebollen en vallen op de schouders van de buren. Dat hindert niet, dat hoort erbij. Juist door de onbegrijpelijke lengte van de processie is dit festival een waar spektakel. Juist door deze onmenselijke lengte stijgt het boven alle andere festivals uit: alsof het wil zeggen: het gaat niet om u, hooggewaardeerd publiek (die kaartjes bestelt van eur 35 per stuk) maar om de Tand! (en om die reden laten we de echte tand in de tempel. Die is veel te heilig. Wat naar buiten gedragen wordt is een replica. Maar dat begrijpt u natuurlijk!)
In een woord: geweldig!
Christel van Bree.
De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.