Reisverslag Orissa, India, september 2018 door Elske Spanjerberg
Bij India denken de meeste mensen aan de Taj Mahal, de paleizen in Rajastan, de backwaters van Kerala en de
hippies in Goa. Maar India heeft nog zo veel meer te bieden. Dit gigantische
land is zo divers als geen ander land ter wereld. Wil je weg van de
toeristenroute en het echte, pure en landelijke India leren kennen dan moet je
in Orissa zijn – India’s best kept secret! Een mooie slogan en helemaal waar.
Orissa is een onbekende regio met een ongekende culturele waarde. Een plek waar
je je een reiziger voelt en amper andere toeristen tegenkomt. Waar je je kan
onderdompelen in de lokale cultuur, tot rust kan komen in de prachtige natuur
en de lokale stammen leert kennen op de verschillende markten. Veelzijdiger
wordt het niet met uitgestrekte bossen, panorama’s met watervallen, kilometers
zandstrand, honderden tempels en een vriendelijke bevolking. De ziel van India.
India’s best bewaarde geheim.
Ik mocht op studiereis naar Orissa waar ik kennismaakte met
verschillende stammen en de bezienswaardigheden. De vriendelijke bevolking, de
prachtige gezichten, de kleuren en de rust en sereniteit van de natuur maakten
een diepe indruk op mij. Mijn
reis begon met een vlucht via Delhi naar Bhubaneswar, de hoofdstad van Orissa
en vervolgens trok ik met mijn gids per auto en trein door de regio waar ik
verschillende steden, stammen, markten en dorpjes bezocht en mijn reis afsloot
op de beurs in Bhubaneswar – er moest tenslotte ook gewerkt worden!
Bhubaneswar wordt ook wel de tempelstad genoemd. Tegenwoordig zijn er nog 500 van de oorspronkelijke 7000 tempels over maar het
blijf een magische plek en een pelgrimsoord voor Boeddhisten en Hindoes. De
stad vormt samen met Puri en Konark de Gouden Driehoek van Orissa.
Mijn wekker ging om 06.00 uur in een
mislukte poging om de hitte voor te zijn. Tijdens de Heratige walk bezochten we
de verschillende tempels in de oude stad gebouwd in de 11e- en 13e-eeuw in de herkenbare bouwstijl van
Bhubaneswar. Bijzonder was het Bindusagar meer in het midden van de stad en een
spirituele plek voor de inwoners die geloven dat door het baden in het heilige
water alle zondes en ziektes weggespoeld worden. Er wordt dan ook volop
gebeden, gebaad en gewassen in het water en langs de waterkant – ik keek mijn
ogen uit. ’s Avonds bezochten we nog de Dhauli tempel waar een Sound en Light
show georganiseerd wordt. Geen show met lasers en muziek maar een informatieve
voorstelling over de geschiedenis van Orissa en zeker een bezoekje waard.
Op 1.5 uur rijden van Bhubaneswar
ligt het Kila Dalijoda Homestay. Dit paleis is in 1931 gebouwd door "Raja
Jyoti Prasad Singh Deo", de overgrootvader van de huidige gastheer Debjit
Singh Deo. Ooit gebruikt als een exclusief jachtoord van de heerser van de
Panchakote Raj Dynasty en hun familieleden en tegenwoordig in gebruik als
homestay. Tijdens mijn bezoek bezochten we verschillende dorpjes in de omgeving
waar de lokale Munda stam woont. Onderweg maakten we een praatje met de dames
langs de weg druk waren met het sprokkelen van hout wat ze vervolgens op hun
hoofd wel tien kilometer terug naar hun dorp moeten dragen. Ook kunnen hier wandelingen
en fietstochten gemaakt worden en het is mogelijk om in deze eenvoudige
homestay te overnachten en te genieten van de mooie natuur en de heerlijke
maaltijden.
De highlight van de dag was een bezoekje aan de zonsondergangceremonie bij de Joranda Tempel in de Dhenkanal
regio - al was ik wel een beetje sceptisch toen mijn gids vertelde dat deze
monniken geen kleding dragen om zo dichter bij de natuur te staan. Zat ik wel
te wachten op een paar naakte mannen? Tot mijn opluchting waren hun edele delen
bedekt met een soort Speedo van boomschors en de ceremonie bleek een bijzondere
ervaring. Alle monniken hier lopen op blote voeten en de monniken in opleiding
dragen oranje doeken. De monniken in deze tempel geloven dat ze direct in
contact staan met hun goden die in tegenstelling tot veel andere goden in India
geen vorm of afbeelding hebben. Voor deze monniken bestaat er geen verschil
tussen mensen en ze zijn tegen kasten en godsverering. De
zonsondergangceremonie meemaken is een unieke
ervaring met muziek, gebeden en rituelen uitgevoerd door vriendelijke en nieuwsgierige
monniken.
Dat ik vorstelijk mocht overnachten
bleek toen ik ’s avonds aankwam bij mijn hotel voor deze nacht – het Dhenkanal
Palace, een groot complex van appartementen en tuinen genesteld tegen de
helling van de Garhjat Hills van de Eastern Ghats in Odisha. In de prachtige
tuin van het in de 19e-eeuw gebouwde paleis namen we met een
heerlijk koud Kingfisher biertje de dag nog eens door.
Orissa is naast de stammen bekend voor de verschillende handwerktechnieken. Na het ontbijt reden we richting Puri. De eerste stop maakten we bij een klein dorpje waar ze koperen beeldjes maken doormiddel van de Dokra techniek. Eerst wordt er een kleifiguurtje gemaakt en omwonden met wax. De waxfiguurtjes worden vervolgens in een kleiomhulsel ingepakt met een gat aan de onderkant. Na het smelten van de wax wordt vloeibaar brons naar binnen gegoten waardoor er een bronzen beeldje ontstaat. Het hele dorp staat in het teken van deze handwerktechniek en tijdens een wandelingetje door het dorp leer je ook meteen de bewoners kennen. Kinderen straalden ons aan en wilden hun beperkte kennis aan Engels oefenen, een dame showde mij trots haar baby en ik verbaasde me over de motors volgeladen met pannen en in gebruik als mobiel restaurant. Het tweede dorpje dat we bezochten stond in het teken van de Ikat weeftechniek. Een bijzondere en complexe techniek waarbij de garens precies worden afgemeten en vervolgens worden geverfd door delen van de garens samen te binden door een waterafstotende stof waardoor de kleurstof zich op deze plaatsen niet kan hechten. Bij het weven komen de van te voren nauwkeurig geplande motieven tevoorschijn. Een boeiende techniek met een prachtig eindresultaat. Ik kon het niet laten om hier alvast wat souvenirs voor thuis in te slaan.
Onderweg naar Puri maakten we een omweg naar de indrukwekkende Zonnetempel van Konark stammend uit de 13e-eeuw. Mijn gids leidde me rond maar vaak werden we afgeleid door Indiërs die liever een selfie met mij dan een foto van de tempel maakten. Al vonden vooral de ouders dit leuk want de kinderen vonden me vaak maar eng! De prachtige tempel is gebouwd ter ere van de Hindu God Surya in de vorm van een wagen met 24 wielen die verwijzen naar de kringloop van seizoenen en maanden. De wagen wordt getrokken door 7 paarden. Helaas is de tempel door de jaren heen door verschillende bevolkingsgroepen in beslag genomen geweest en niet altijd goed beschermd gebleven. Hierdoor zijn de afbeeldingen van olifanten, soldaten, muziekkanten, dagelijkse bezigheden van de elite en normale mensen en erotische scenes helaas niet meer overal goed zichtbaar. De tempel staat sinds 1984 op de Unesco werelderfgoedlijst en een must see in Orissa.
Puri is bekend om zijn Jagannath-Tempel en ligt aan de kust van de Golf van Bengalen en is populair vanwege zijn stranden. Voor mijn ontbijt maakte ik een wandeling over het strand waar de vissers hun netten binnenhalen en mannetjes met kamelen proberen wat roepies te verdienen door ritjes aan te bieden aan toeristen. Daarna werd ik opgehaald door een riksja voor een Greenrider Rickshaw tour - een lokaal initiatief waarbij lokale riksja chauffeurs een opleiding, een medische keuring en een banklening krijgen om een fietsriksja aan te schaffen en hiermee toeristen rond te leiden op een milieuvriendelijke manier. Duurzaam toerisme en helemaal Dimsum! We begonnen de tour bij het crematorium strandje van Puri en we hadden ‘geluk’ dat er net een crematie begon. Puri is als heilige stad een pelgrimsoord waar mensen na hun overlijden in de open lucht worden gecremeerd. De mannen dragen de gestorven persoon naar deze plek en plaatsen het lichaam op stukken hout. De vrouwen blijven thuis. Alle aanwezigen krijgen een stukje lont waarmee ze het hout in brand kunnen zetten en de crematie begint. Een mooie ceremonie maar ook een heftige gewaarwording. Vooral omdat het lichaam amper bedekt was en de wind ook nog eens draaide toen ze het hout en het lichaam in brand staken en wij vervolgens vol in de rook stonden. Ik wil er niet aan terugdenken wat ik daar precies heb ingeademd en was de rest van de dag een beetje misselijk. Terug op de fiets reden we door de smalle straatjes van de oude stad, langs kraampjes, winkeltjes, tempels terwijl we de koeien omfietsten en het verkeer ontweken en bij de Jagannath Tempel aankwamen die niet-hindoes helaas niet mogen bezoeken. Om de tempel toch goed te kunnen zien klommen we naar het dak van de oude bibliotheek vanwaar we een mooi uitzicht over de tempel hadden – al moesten we hiervoor wel een klein berichtje in het gastenboek schrijven dat het personeel in de bibliotheek heel erg vriendelijk en behulpzaam was!
Terug in Bhubaneswar ontmoette ik
mijn groep waarmee ik de komende dagen de Tribal Regio ging ontdekken. We reden
naar het station van Bhubaneswar waar we op de trein stapten naar Rayagada.
Terwijl de mensen in de goedkoopste klasse zich via het raam, de nooduitgangen
en de deuren zo snel mogelijk een plekje in de trein probeerden te veroveren
hadden wij gelukkig gereserveerde plekken in de slaapwagen met airconditioning
en 10 uur later kwamen we uitgerust in Rayagada aan.
Orissa is vooral bekend vanwege de
Tribes oftewel stammen. Met 62 officieel erkende stammen verspreid over de
deelstaat is Orissa de staat met de meeste stammen van heel India - 24% van de
populatie behoort tot een stam. Deze stammen hebben naast hun eigen klederdracht
ook eigen talen en dialecten. Gouden neusringen en oorbellen vaak terug te
zien. De Bondas zijn met hun blauwe gewaden en kleurige kettingen een
opvallende verschijning waar de wereld hopelijk nog lang van mag genieten want
modernisatie ligt op de loer. Zo zijn er van de Gadaba stam nog maar 5 oude
dammetjes die de traditionele dikke zilveren kettingen dragen. De jongere
generatie loopt er modern bij. Zodra de laatste Gadaba overlijdt zal deze
klederdracht met haar verdwijnen.
Vooral Desia Eco Camp vond ik een hele fijne plek om van de tribal regio te genieten. Deze accommodatie is gebouwd uit lokale materialen
door lokale dorpsbewoners en bestaat uit 6 kamers en 5 tenten in een dorpje in
de Korapot vallei – het thuisland van de meeste etnische stammen in Oost India.
Het doel van Desia is om reizigers het rijke culturele erfgoed van de regio op
een duurzame en verantwoordelijke manier te laten beleven en de jongere
generatie te inspireren om hun cultuur en omgeving te behouden. Vanuit Desia
kunnen verschillende stammen bezocht worden en wandeltochten worden gemaakt.
Hier kom je helemaal tot rust terwijl je een aantal dagen deel bent van het
lokale dorpsleven.
Tijdens mijn reis kreeg ik de kans de wekelijkse Chatikona Tribal Market en de Bonda tribal market in Ankadeli te bezoeken. Elke
dag vindt er wel een markt plaats waar de mensen uit de omliggende heuvels
naartoe komen om hun zelfgemaakte waren, groentes, kippen en geiten te verkopen
en de laatste nieuwtjes uitwisselen. Ook het lokale rijstbier is een geliefd
product en sommige stammen brengen hun dagen aangeschoten door. Een bezoek aan
deze markten en stammen is een onvergetelijke belevenis. Bij zonsopgang wandel
je tussen de lokale mensen richting de markt. Op een rustig plekje bekijk je
hoe de markt langzaam tot leven komt en hoe de mensen hun waren uitstallen. De
gids spreekt de lokale taal en kent veel mensen persoonlijk. Luister naar zijn
verhalen en geniet van de geuren en kleuren op de markt. Ga respectvol met deze
mensen om – met een goede zoomlens of een paar roepies maak je hier de mooiste
foto’s!
The soul of incredible India: https://youtu.be/Uqmc0891L2U
De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.