In de voetsporen van Wallace en de VOC door West Papua en de Molukken

Dimsummer Wim maakte een reis door de geschiedenis van de VOC en dook in de voetsporen van Sir Alfred Russel Wallace. Vanuit de Aru eilanden (zie reisverslag 1) reist hij verder naar de Molukken, waar bij de Kei & Banda eilanden, Nusa Laut, Saparua & Ambon bezoekt.

Wit u reizen naar de Molukken?  Kijk onder andere eens naar deze rondreis.
Meer foto's kijken van de Molukken doet u hier.

De schitterende Kei eilanden

Kei Besar
In alle vroegte aangekomen bij de Kei eilanden. We varen langs de kust van Kei Becar (het grote Kei eiland). De idyllische stranden laten nog even op zich wachten. Het is grijs, bewolkt en regent. Gelukkig begint het iets op te klaren als we voor anker gaan in de mooie baai van Bandar Elat. Eeuwen geleden vluchten de inwoners van de Banda eilanden hier naar toe, om de slachting van de Hollanders te ontlopen. Nu is het een rustig Moluks havenstadje. We lopen wat rond, zien twee moskeeen en een kerk, bezoeken de kleine kerk en worden overal vriendelijk welkom geheten en aangestaard. Weer een plaatsje waar buitenlanders op straat een onbekend fenomeen zijn.
Vervolgens gaan we voor de eerste keer zwemmen en snorkelen bij een klein eilandje tegenover Elat. Honderden zeesterren liggen op de bodem, er is wat mooi levend koraal en kleine visjes. En ik zie een prachtige, fel paars gestreepte zeeslak.
's Middags varen we verder langs de kust van Kei Becar. Helaas trekken er nog flinke regenbuien voorbij, maar eind van de middag kunnen we toch nog ergens stoppen bij een idyllisch eilandje om even te zwemmen en snorkelen. Het snorkelen is niet super, maar toch de moeite waard. Weer enkeke zeesterren en drie soorten anemoonvissen.

Kei Kecil
Wakker geworden in een rustige baai in het zuiden van Kei Kecil. Even de hoek omgevaren naar een andere baai met een adembenemend mooi strand, Pandai Ohoidertutu bij het dorpje Madwaer. Dit is waar de Kei eilanden beroemd om zijn; stranden die tot de mooiste ter wereld behoren. Een prachtige baai in de vorm van een halve maan, turquoise blauw water, poederwit strand, wuivende palmbomen, een paar kinderen die je breed lachend in kleine uitgeholde boomstammen tegemoelt varen. En geen hotels, restaurants, cafe's, souvenierwinkels, laat staan andere toeristen. We hebben het strand helemaal voor ons zelf. Dat is toch wel een voordeel van het varen met een eigen boot en aanleggen waar je wilt.

Kei Tanimbar

Vanaf Kei Kecil zijn we nog zuidelijker gevaren naar een groep met kleine eilandjes, waarvan we het eiland Kei Tanimbar hebben bezocht. Een prachtig eiland omringd met idyllische stranden, uikijkend over de verre zee. Je hebt het gevoel hier op het einde van de wereld te zijn. We gaan ergens snorkelen, prima locatie met veel soorten tropische vissen. Ook een enorme morene gezien. Vervolgens varen we om het eiland heen op zoek naar dorpjes en op de valreep, voordat de schemer inzet kunnen we het dorpje Tanimtan bezoeken. Dit eiland en m.n. dit dorpje is het meest traditionele van de Kei eilanden. De mensen spreken nog hun eigen taal en hebben geheel eigen rituelen. Het is een prachtige dorpje gelegen op een heuvel uitkijkend over een prachtge baai. Traditionele huizen, waarvan sommige nog met mooi houtsnijwerk, allemaal gebouwd rondom een soortt van boetenerf, waar de kippen en varkens rondscharrelen. Absoluut de moeite waard om de omweg te maken naar dit zuidelijkste stukje van de Kei eilanden.
De zee is inmiddels flink 'gojang gojang' zoals ze hier zeggen, maar gelukkig hebben we allemaal flinke zeebenen gekregen en wordt niemand zeeziek.

Tual, Kei Kecil

Na een wilde nacht op zee, veel gojang gojang en heen en weer gerol in bed, s ochtends in alle vroegte aangekomen in de haven van Tual, de hoofdstad van de Kei eilanden. De grootste stad die we tot nu toe gezien hebben. Ik loop 's ochtends het stadje in en slenter wat over de drukke markt. Wel weer even wennen dat je overal op het verkeer moet letten, de bemo's en scooters scheuren af en aan. Overal hoor ik ' mister mister', mensen kijken me nieuwsgierig aan, wat doe je hier. Ook in deze stad komen nog weinig buitenlanders. De vismarkt is indrukwekkend, met wkrabben, barracuda's en veel tropische vissen, waaronder de mooie triggerfish die hier onthoofd worden voor de verkoop.

Vanuit Tual gaan we het noordelijk deel van het eiland Kei Kecil verkennen. We rijden eerst naar het dorpje Ohoidertawun. Een klein keurig dorpje met kleurrijke huizen aan schoongeveegde zandstraatjes met een kleurrijke kerk en moskee, vlak naast elkaar. Aan de rand van het dorp een oude Japanse bunker onder de palmbomen. De belangrijkste atrractie is het adembenemend mooie strand, dat waar Kei beroemd om is. Een spiegelende zee, wit zand, palmbomen, vissersbootjes, welcome to paradise.
We laten ons echter niet verleiden en rijden door naar Ohoi Dian Pulau. Gelegen aan een inham waar de zee het binnenland instroomt. Prachtig gelegen, weelderige vegetatie, veel grote kerken en een moskee en een pittoresk dorpje. Het dorpje is aan twee kanten bereikbaar via oude bruggen, een houten brug en een oude hangbrug uit de Hollandse tijd.
Dan rijden we weer verder naar Pasir Panjang, weer zo'n betoverend strand. Een verfrissende duik in de zonsondergang. Er wordt muziek gemaakt op het strand, een groep vrouwen zingt traditionele liederen in de lokale Kei taal. Een koud biertje, ja ja. Dit is het eerste strand waar leven is, er zijn een paar andere mensen op het strand en er is zowaar een winkeltje. Langzaam terug in de beschaving? 

Banda Neira en Banda Besar

Een eindeloze dag over een eindeloze zee, de oversteek van de Kei eilanden naar de Banda eilanden. 's Nachts en overdag veel gojang en gojang en we rollen alle kanten op. Ontbijten is een uitdaging, glazen, borden en bestek rollen alle kanten op.
De Banda zee is een van de diepste zeeën ter wereld, met dieptes tot 5 kilometer. 's Ochtends varen we door de eilandengroep van Pulau Kur aan de ene kant en in de verte de Watubela eilanden aan de andere kant. Daarna: helemaal niets.

Vanochtend wakker geworden in de baai van de Banda eilanden. Wat een rust en wat een mooie omgeving. We liggen aan de voet van de groene, actieve vulkaan Gunung Api en kijken uit op het kleine, pittoreske Banda Neira. De Banda eilanden behoren tot de mooiste van de 17.000 eilanden die Indonesie rijk is en zijn historisch gezien van wereldbelang. Maar ze zijn zo afgelegen dat er amper toeristen komen. Wij hebben ook 32 uur moeten varen over een wilde Banda zee om hier aan te komen. Maar we zijn er en worden fantastisch op traditionele wijze ontvangen. Een kora kora, oorlogskano, komt ons tegemoet varen en de mannen werken zich in het zweet op het ritme van de trommelslager.
Dan gaan we Banda Neira bezoeken. Ooit een van de belangrijkste eilanden ter wereld. De Banda eilanden zijn de echte specerijen eilanden, hier kwam nootmuskaat en foelie vandaan, kruiden die in de 17 e eeuw maar waard waren dan goud. De VOC had uiteindelijk een monopolie op deze kruiden, nadat ze de hele bevolking afgeslacht hadden hun eigen perkeniers ( plantagehouders) aanstelden. Op de nootmuskaat werd 2200 % winst gemaakt en voor een deel hebben we onze welvaart in Gouden Eeuw en daarna aan deze kleine eilanden te danken, die we zo bruut behandeld hebben. Gelukkig worden we allervriendelijkst ontvangen en wandelen door de straatjes van Banda Neira met z'n Hollandse huizen waar nog veel VOC emblemen te vinden zijn. We bezoeken het museum en natuurlijk het imposante Fort Belgica, het vervallen Fort Nassau, de hoofdkwartier van de VOC en het gouverneurshuis. We slenteren over de markt en zien de nootmuskaat en foelie liggen.
Daarna maken we kennis met een andere kant van de Banda eilanden, de fantastische onderwaterwereld. We snorkelen aan de voet van de Gunung Api vulkaan, waarvan de lavastromen zo de zee inlopen. Prachtige koraal en een enorme verscheidenheid aan tropische vissen.
's Middags bezoeken we het grotere Banda Besar. We bezoeken een plantage waar de nootmuskaatbomen in de schaduw staan van reusachtge Kenari bomen. De vruchten van de Kenari zijn inmiddels meer waard dan nootmuskaat. Maar overal zien we ook nootmuskaat en foelie te drogen liggen. Ook zien we de oude muren van de perkenierplantages en bezoeken het strategisch gelegen Fort Hollandia. 

Pulau Ai en Pulau Run

We wandelen door het kleine dorpje op Pulau Ai, een klein elandje behorende tot de Banda eilanden. Zoals steeds gebeurt als we ergens aankomen, lopen er verbaasd mensen op ons af, en altijd is er wel een vriendelijk iemand die ons het eiland wil laten zien. De huizen zijn er voor Indonesische begrippen redelijk welvarend uit, er wordt nog steeds goed geld verdiend met de handel in nootmuskaat en kenari noten. Overal zien we mensen met mandjes door de plantages lopen. Al eeuwenlang gebeurd dit, zoals de ruines van Fort der Wrake en Landgoed Welvaren laten zien. Fort der Wrake is zo genoemd na een nederlaag tegen de Engelsen, waarop de Hollanders terug zijn gekomen en de Engelsen verdreven hebben. Landgoed Welvaren was van een Hollandse perkenier. We stuiten ook op een overwoekerde kerk met enkele oude Hollandse graven.
En uiteraard gaan we weer snorkelen, een fantastische wand onder zee vol scholen vis, zodat we al snel omringd zijn door duizenden tropische felgekleurde vissen.
We varen verder naar het kleine eilandje Pulau Neilaka dat we in een kwartiertje rondlopen. Helaas is het regenachtig weer, anders zou het idyllische plaatjes hebben opgeleverd, omring door stranden en in de verte de Gunung Api vulkaan.
Het eiland ligt voor de kust van het desolate eiland Pulau Run. Ooit was dit eiland in handen van de Engelsen, maar de Nederlanders wilden zo graag het monopolie over de specerijenhandel dat ze het omruilden tegen een Nederlands bezit ergens anders op de wereld: het toen armoedige eiland Manhattan. Pulau Run is nu een hoop rotsen en jungle in de woeste Banda Zee, Manhattan het centrum van de wereld!

Nusa Laut en Saparua

Na een nacht varen over een wederom woeste Banda zee, aangekomen bij de Lease eilanden, waarvan we vandaag Nusa Laut en Saparua bezoeken. Prachtige omgeving, overal groene eilanden om ons heen, met op de achtergrond het 'moedereiland' van de Molukken, Seram. Zo groot als Seram is, zo klein is Nusa Laut. We bezoeken het kleine, vervallen Fort Beverwijck, het dorpje met z'n Ebenhaezer kerk en een witte kerstboom op het strand en vrouwen die kruidnagels aan het drogen zijn. In de baai worden we verrast om dolfijnen die een weergaloze show weggeven en op een neer uit het water springen. Uiteraard weer snorkelen, de eerste rifhaaien worden gespot en dan verder naar Saparua, een wat groter eiland. Ook hier een fort, het begint een terugkerend patroon te worden, Fort Duurstede ditmaal, wederom prachtig gelegen met kanonnen op de azuurblauwe baai gericht. We wandelen wat door Kota Saparua, een stil plaatsje in de middaghitte en dan op weg voor een laatste snorkelervaring.

Ambon

Bij het ontbijt op het schip in de baai van Ambon wordt ik verrast door een mooie toegift van de wateren van de Molukken. Een walvis springt omhoog in de verte en laat zijn reusachtige staart zien.
Dan wordt het tijd om het eiland te verkennen. We steken Ambon, niet eens zo'n groot eiland dwars over en rijden naar Hilla. Een mooi dorp met traditionele huizen met rieten daken, een oude kerk, ook met rieten dak en de mooie Wapaue moskee uit de 15e eeuw, gebouwd van hout, bamboe en riet, zonder een spijker te gebruiken. Aan de kust ligt het mooie Fort Amsterdam, uitkijkend naar Seram en bewoond door gierzwaluwen.
Een van de forten die er niet meer staat is Fort Haarlem, afgelopen zomer weggevaagd door een aardverschuiving, samen met tientallen huizen en enkele dorpelingen. Opeens staan we in een rampgebied, waar de mensen in een tentenkamp wonen.
We rijden verder langs de mooie kust vol pittoreske dorpjes en stoppen bij Larike. Dit dorpje staat bekend om z'n heilige alen. In een riviertje achter het dorp leven, in een grot, enkele reusachtige alen. De dorpelingen lokken de alen uit de grot met wat visjes en de rivier vult zich met enkele meters geglibber. Ze worden niet gegeten, want volgens eeuwenoude tradities zijn ze heilig. Voor de rest is het dorp erg islamitisch, maar zoals vaker gaan eeuwenoude bijgeloven makkelijk samen met het 'nieuwe' geloof. Overal zien we overigens reusachtige nieuwe moskeeën en kerken, duidelijk een teken dat moslims en christenen duidelijk hun aanwezigheid willen tonen. Zeker na de verschrikkelijke onlusten van enkele jaren geleden.
Volgende stop is Alang, een van de dorpen waar nog een traditionele Balieu staat, een gemeenschapshuis.
En dan rijden we naar Kota Ambon, de grootste stad op deze reis. Geen mooie stad, wel leuk om weer eens door de bedrijvigheid van een stad te slenteren. We hebben een boot, dus we bezoeken de stad vanaf de haven. Indrukwekkend om te zien, enorme containercomplexen, waar zelfs mensen wonen en kantoor houden. Overal trucks, karren, bemo's, ojeks, fietsriksja's die goederen af en aan brengen. Ik kijk m'n ogen uit naar het kleurrijke straatbeeld van de haven van Kota Ambon.

Afsluiting

Na 2200 kilometer varen kan ik terugkijken op een fantastische reis die ons van de haven van Timika op West-Papua naar de haven van Ambon heeft gebracht. Een fantastisch schip, een supergoede bemanning, altijd vriendelijk en service gericht, heerlijk eten en enorm veel belevenissen. Er zaten soms lange vaardagen bij, af en toe was er veel gojang gojang, maar ik heb zoveel mooie dingen gezien; het was het allemaal waard. Wandelen over de planken door het merkwaardige Agats, je een avonturier voelen op de rivier naar de Asmat dorpen en verwelkomd worden door dansende krijgers met speren en pijl-en-bogen. Dolfijnen zien springen in het zonlicht en snorkelen op de mooiste onderwaterplekken tussen duizenden vissen in de meest exotische kleuren. Proberen Aru door te steken, niet gelukr, maar toch een prachtige belevenis. Daar waar Wallace woonde een jungle wandeling en ook reusachtige vlinders zien. Genieten van de betoverende stranden op Kei. En dan in de voetsporen van de VOC, de specerijeneilanden, de forten, de perkeniers, de Hollandse gouverneurshuizen, de plantages. Op straat op de Banda eilanden zie je nog steeds overal nootmuskaat te drogen, hier op Ambon ook kruidnagel. En wat waren die Banda eilanden mooi, zoals we daar met ons schip in de baai lagen aan de voet van de Gunung Api vulkaan, uitkijkend op Benteng Belgica. Onderweg de meest fantastische zonsondergangen, overweldigende sterrenhemels en het maanlicht op de zee. Het was een prachtig avontuur!

Onze populairste Indonesië rondreizen

Bali en Lombok buiten de massa - reis

Overnacht in bijzondere Ecolodges op onbekendere plekken van Bali, Lombok & Gili Asahan
  • 15 dagen
  • vanaf €1275 per persoon

Rondreis Java en Bali Alternatief

Reizen buiten de massa: Een alternatieve route langs de hoogtepunten van Java & Bali
  • 21 dagen
  • vanaf €2650 per persoon

Familie Kerstreis Bali

Snorkelen, raften, fietsen door de rijstvelden en verblijf in comfortabele familiehotels - ideale reis voor de kerstvakantie!
  • 15 dagen
  • vanaf €1385 per persoon

Alle bestemmingen

Ontvang onze nieuwsbrief

Uw e-mail adres:

Cookies en privacy

De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.

Cookiebeleid Dimsum Reizen
Privacy policy

Social media

Facebook Flickr Twitter Instagram Youtube