Twantey, Irrawaddy delta
De meisjes, met hun vrolijk met thanaka bepoederde gezichten, kijken me nieuwsgierig aan. Ze zetten hun handelswaar even van hun hoofd af. Manden met tropisch fruit, maar ook met bloemkool staan nu op de loopplank naar de boten toe. Het is een komen en gaan hier van mensen die de ferry willen pakken.
Ik sta bij de kleine haven van Twantey, een klein, stoffig stadje, in de Irrawaddy delta gelegen, zo'n 30 kilometer buiten Yangon. Vanochtend aangekomen op de luchthaven, opgehaald door oude bekenden en gelijk de delta ingereden. Een regio die enkele jaren geleden grotendeels verwoest is door de cycloon Nargis die tienduizenden slachtoffers heeft gemaakt. Het regime weigerde hulp van buitenaf en ook de jaren daarna was de delta off limit voor buitenlanders, het rampgebied werd officieel grotendeels ontkent. Nu passeren we vele tolhekjes waar we een kleine donatie moeten doen voor de lokale bevolking die hier de wegen herstellen. Om me heen vele rijstvelden, de meeste droog en dor, sommige alweer sappig groen. Kleine bamboe huisjes, hier en daar een bootje en soms in de verte een pagode. Iets buiten de hoofdstad, maar gelijk een wereld van verschil.
In Twantey bezoek ik een pottenbakkerswerkplaats, een enorme bamboehut waar mensen bezig zijn potten te draaien en te bakken in grote ovens die er achter staan. De potten worden gebakken van rivierklei en zand dat iets verderop uit een heuvel wordt gegraven. Iets verderop staat, hoe kan het anders in het 'land van de duizend pagoda's' een blinkende pagode, maar ik besluit dat het leuker is om naar de rivier te gaan, daar 'gebeurt' het allemaal in Twantey. Kleine bootjes varen naar dorpen in de omgeving, de grotere ferry tussen Yangon en Pathein meert aan, vrachtboten varen volgeladen over de rivier. Meisjes verkopen snacks, een jongen loopt met posters van Aung San Suu Kyi en haar even beroemde vader rond. Een duidelijk teken dat Birma aan het veranderen is; het regime begint soepeler te worden, er komt meer economische en politieke vrijheid en 'the lady' doet weer mee aan de verkiezingen dit jaar. Overal zie je de veranderingen, sinds de toenadering tussen het regime en de partij van Aung San Suu Kyin begonnen zijn, is het toerisme enorm toegenomen en ook buitenlandse investeerders weten het land te vinden. Opeens in Birma 'hot', iedereen wil erbij zijn voordat het te laat is. Toeristen om het land nog zo 'authentiek' mogelijk te zijn, investeerders om de boot niet te missen. De hotels in Birma springen er direct op in en de meeste hebben hun prijzen dit jaar al drie keer verhoogd.
Hier bij Twantey is daar allemaal weinig van te merken, op de jongen met zijn posters na. Het rivierleven kabbelt hier door zoals het dat al decennialang, en waarschijnlijk al eeuwenlang doet.
Het geratel van de motor van de boot is het enige dat het landschap om me heen verstoort. Ik passeer vissersboten met grote, vierkante zeilen, een groene oever waar waterbuffels grazen, zilverreigers in de bomen zitten, en af en toe een klein dorpje aan de horizon opdoemt. Ik vaar over de brede Kaladan rivier (zo breed dat het lijkt of je op zee vaart) van Sittwe naar Mrauk U. Oftewel van de nieuwe hoofdstad van Rakhaing naar de oude, middeleeuwse hoofdstad. Gister ben ik aangekomen in Sittwe, vroeger beter bekend als Akyab, net zo als Rakhaing vroeger bekend stond als Arakan. Een fantastisch stadje dat Sittwe. Niet dat er veel monumenten of historische gebouwen te zien zijn, het is het straatbeeld waarbij je je ogen uitkijkt. Waar in Rangoon het verkeer steeds meer toeneemt, zie je hier overwegend saiq ka's, de Birmese riksja, wat paardenkarren en af en toe een vervallen pick up truck. Hier zie je nog het authentieke straatbeeld dat in veel gebieden van zuidoost-azie steeds meer verdwijnt door de toenemende modernisering. Maar hier in Sittwe is het straatbeeld grotendeels gelijk aan hoe het er de afgelopen honderd jaar ook aan toeging.
Het leven vindt allemaal plaats langs de rivierkant. Overal zie je diverse soorten vissersboten liggen, van grote houten boten uit het nabijgelegen Bangladesh, tot kleine kano's met een zeiltje erop. Op de vismarkt heerst een heerlijke chaos. De mensen uit Rakhaing zijn duidelijk verwant aan de Bengalen, hun gelaat is veel donkerder dan dat van de Birmezen. Op de markt zie je enorme gedroogde vissen hangen.'s Ochtends vroeg komen de boten binnen met verse vis, zowel uit zout, zoet en brak water; een enorme variëteit aan vis dus. Rondom de vismarkt wordt van alles verkocht; bloemen, rijst, groente en fruit. Ik kijk m'n ogen uit. Een eindje achter de markt ligt de vrijdagsmoskee, een vervallen gebouw uit de 19e eeuw. Hier wonen veel moslims, zowel islamitische arakanezen als de rohingya's. Deze laatste bevolkingsgroep is verwant aan de Bengalen en wordt officieel niet erkend door de Birmese overheid. Ze hebben een zwaar leven en velen zijn inmiddels de grens over gevlucht.
Ondertussen kabbelt de boot verder. In de verte doemt een gouden pagode op.
Nog een uur of vier te gaan op deze boot rit van zo'n zes uur totaal tussen Sittwe en Mrauk U. Het is een eenvoudige, maar prettige houten boot. De bemanning heeft z'n best gedaan het zo aangenaam mogelijk te maken. Er staan een paar luie stoelen, er liggen dekens (hoewel het overdag 30 graden is, is het behoorlijk fris op de boot), er is koffie en thee en er liggen wat bananen.
Wat een mystiek uitzicht; tussen roze en goudgeel kleurende mistflarden doemen ronde pagode's op, over stoffige wegen lopen monniken met hun rode gewaden, ossenkarren bewegen zich langzaam over de wegen, vrouwen onderweg met zilverkleurige kruiken naar de waterput, kinderen spelen vrolijk op straat, de kuddes vee worden binnengehaald, bij de bamboehutjes worden vuurtjes gestookt. Welkom in Mrauk U. Hoeveel je ook reist, gelukkig stuit je af en toe weer op plaatsen die je de adem benemen, zo mooi. En daar hoort deze zonsondergang over Mrauk U zeker bij. Enigszins vergelijkbaar met Bagan, maar daar zit je tegenwoordig al met honderden anderen op een stupa naar de zonsondergang te kijken, hier zit ik alleen in alle rust te genieten. En nog een belangrijk verschil, de vele pagode's en tempels van Mrauk U liggen temidden van kleine dorpjes. Overal zie je het Birmese plattelandsleven, het vee wordt uitgelaten tussen de tempels, het hooi wordt van het land gehaald, de rijstvelden bewerkt. Fantastisch! En dat allemaal in een omgeving zonder elektriciteit, zonder internet. Kortom Mrauk U is niet alleen een fantastisch interessant cultureel erfgoed van Birma, het biedt ook nog eens een ultieme blik op het Birmese platteland en voor mij een heerlijke vorm van onthaasting. Ik geniet in ieder geval met volle teugen. De hele dag de meest interessante tempels en pagode's bekeken met een duizelingwekkende hoeveelheid boeddhabeelden, maar tussendoor toch het meest genoten van gewoon even door een dorpje slenteren, kijken hoe rieten manden worden gevlochten, hoe meisjes de schapen hoeden tussen de tempels. Ik zou hier wel dagen kunnen rondslenteren. Een van de mooiste en meest ongerepte plekken van Zuidoost-Azie. Maar voor hoe lang nog? Er zijn vele plannen om deze regio te ontsluiten. Misschien ligt er binnen enkele jaren een luchthaven. Nu moet je minstens zes uur op de boot zitten om er te komen.
Mrauk U heeft nog meer te bieden. Ik maak een boottocht over de Lemo rivier. Onderweg kijk je je ogen uit. Overal weer boten, prauwen, sampan's, zeilschepen in alle soorten en maten. Veel dorpjes onderweg en na enkele uren varen bereik je het einddoel; dorpjes van de Chin bevolking. Hoewel we hier in Rakhaing zijn, vind je hier ook diverse dorpjes van de Chin, afkomstig uit de naburige Chin staat.
Tijdens een eerder bezoek aan Birma ben ik al in de Chin staat geweest en heb daar uitgebreid kennis gemaakt met de bijzondere cultuur van de Chin. Meest opvallende daarbij zijn de tatoeages die de gezichten van vrouwen versieren. Een indrukwekkend gezicht om deze getatoeëerde Chin vrouwen te zien, zeker als je beseft dat je naar iets kijkt wat een volgende generatie waarschijnlijk niet meer te zien is. Het is al lang verboden, en ook niet meer gebruikelijk om je gezicht als jong meisje te tatoeëren.Hoewel ik het in Chin staat nog wel bij enkele jongere vrouwen gezien heb, zijn het toch m.n. de oudere vrouwen die je nog ziet met getatoeëerde gezichten. Zo ook hier; ik bezoek drie Chin dorpen en tel respectievelijk vijf, acht en drie vrouwen die getatoeëerd zijn. De tatoeages zijn wel heel anders dan die ik eerder gezien heb. Hier zie je de zo karakteristieke spinnenwebben patronen die het gehele gezicht bedekken. Anderhalve dag heeft dat pijnlijke proces geduurd om het hele gezicht te tatoeëren. In een van de dorpen zijn de vrouwen een bijzonder lovenswaardig project gestart. De vrouwen vragen in ruil voor het maken van foto's donaties voor een dorpsschool die ze gestart zijn. Want, zo zeggen ze, wij hebben nooit onderwijs genoten, maar willen dat onze kleinkinderen wel een opleiding krijgen. En op deze manier zijn ze hun eigen privé school begonnen.
Wederom een prachtige zonsondergang, maar met een heel andere setting. Het prachtige palmenstrand van Ngapali, nog steeds gelegen in Rakhaing.
Vanochtend in alle vroegte vertrokken uit Mrauk U, overland dit keer. Een route die pas net geopend is voor buitenlanders. Niet sneller dan de boot, zes uur hobbelen over stoffige wegen. Genoten van de zonsopkomst over de ruïnes van het Vesali rijk temidden van een savanne-achtig landschap, de belangrijke Mahamuni pagode bezocht en zelfs illegaal de Saragiri heuvel beklommen, officieel nog steeds verboden gebied voor buitenlanders. En dat vanwege het uitzicht op de vele legerplaatsen hier in de grensregio met Bangladesh. De heuvel zelf is een bekend pelgrimsoord, want hier zou Boeddha voet hebben gezet in de 6e eeuw voor Christus. Na alle indrukken nu ff relaxen op het strand. 's Middags een wandelingetje gemaakt over het strand naar een nabij gelegen vissersdorp. De vissers waren druk bezig met hun netten te herstellen, op het strand veel blauwe matten waarop vis lag te drogen, al met al ook weer een kleurrijk gezicht en weer een heel andere kant van Birma.
Ik zit in wagon die duidelijk z'n beste tijd gehad heeft. Open ramen, open deuren, houten banken, afbladderend verf. Maar wat een sfeer op dit treintje dat in drie uur rondom Yangon rijdt. Ik ben halverwege opgestapt op een station dat ook dienst doet als lokale markt. Overal wordt groente en fruit, vaak in grote balen verhandeld. Mensen zitten op het spoor en maken weinig aanstalten om zich te verplaatsen als de trein er aankomt. Zonder al te veel geduw en getrek klimt iedereen de trein in en dan rijden we verder naar het centrale station van Yangon. Onderweg genietend van iedereen die in en uitstapt op de vele stationnetjes die we onderweg aandoen. Een kleurrijk gebeuren. Deze ochtend al een een heel ander kleurrijk geheel meegemaakt op het strand van Ngapali waar 's ochtends vroeg alle vissersboten binnenkwamen met hun vangst. Jongens brengen zware manden gevuld met vissen het strand op, vrouwen keuren de vis. Meisjes maken de manden weer schoon. Sommige vissen worden direct te drogen gelegd. Ondertussen kijk ik m'n ogen uit en hoop maar dat dit vissersdorp binnenkort geen plaats hoeft te maken voor luxe strandresorts.
Na een leuke avond in Yangon weer onderweg. Ik breng een bezoek aan de Mon en Kayin staat in het zuiden van Birma, leuk weer een nieuw gebiedje verkennen. 's Ochtends vroeg vertrokken en als eerste een stop gemaakt bij de begraafplaats van de geallieerden. Even een indrukwekkend moment van stilte en dan weer verder. Volgende halte is Bago, een oude hoofdstad vol pagode's waarvan ik er enkele bezoek, niet teveel, want je kunt op een gegeven moment flink pagode moe worden in dit land met z'n tienduizenden pagode's. Nog een flink eind rijden en dan kom ik s middags aan in Moulmein. Prachtig gelegen aan de Salween rivier die hier uitmondt in zee, de Golf van Martaban. Dit was de voormalige hoofdstad van de Britten en dat kun je nog steeds zien. Hoewel het landschap, de huizen, de mensen onderweg steeds meer aan het naburige Thailand deden denken, zit je hier opeens in het oude koloniale Britse rijk. Veel Indiërs op straat, een religieuze mix met moskeeën, anglicaanse kerken, hindoe tempels en natuurlijk een hele hoop boeddhistische kloosters en wat zou Moulmein zijn zonder pagodes. De meeste bouwwerken stammen uit de koloniale tijd en zijn sindsdien niet opgeknapt. Op straat verder veel trishaw's, riksja's en oude houten schoolbussen. Ik dwaal wat over de markt, de boulevard, maak een boottochtje naar het kleine 'shampoo island', slenter door de buitenwijken met veel lommerrijke villa's in koloniaal verval en beklim dan de bergketen aan de rand van Moulmein voor een zoveelste fantastische zonsondergang deze reis. Beroemdheden als George Orwell gingen me voor en zagen ook de zon achter de Salween wegzakken en de lucht roodkleuren over het landelijke Moulmein waar de meeste gebouwen niet boven de palmbomen uitkomen.
Vandaag is het de 65e verjaardag van de Nationale dag van de Mon. En dat zullen we weten ook; de hele dag zien we jongeren op straat rijden op brommertjes, allemaal met een rode longyi aan, de traditionele kledij van de Mon, de rode Mon vlag met zich meedragend. Ze zijn vooral aan het heen en weer rijden en hebben erg veel lol met elkaar. Een van de verzamelplaatsen is het strand van Setse, een enorm breed zandstrand aan de Golf van Martaban. Daar wandel ik even over het strand en klets wat met de enthousiaste Mon jeugd, na een bezoek bij Thanbyuzayat aan het einde van de Death Railway, oftewel de Birma spoorweg, waarvan de bouw aan zovelen het leven heeft gekost. De spoorlijn ligt er nog, er staat een oude stoomlocomotief en wat oude gebouwen. Het geheel maakt een vervallen indruk, er komen dan ook bijna geen bezoekers in deze uithoek van Birma. Het nabijgelegen oorlogskerkhof maakt een veel meer verzorgde indruk. Hier liggen de 'westerse' slachtoffers van de Birma spoorweg, waaronder veel Nederlanders. Voor de vele Aziatische slachtoffers is geen kerkhof.
Ik verruil de Mon staat voor de Kayin staat. Onderweg van Moulmein naar Hpa'an wordt het landschap steeds mooier. Tussen de rijstvelden en rivieren doemen overal karstbergen op die het landschap, zeker bij zonsondergang een schilderachtige sfeer geven. Vele van de karstbergen herbergen enorme grotten. In enkele van die grotten staan tientallen, soms honderden boeddhabeelden, enkele al uit de 13e eeuw stammend. Vanaf de boulevard in Hpa'an heb je een prachtig zicht over de rivier met daarachter dit betoverende landschap. De Kayin struinen langs de rivier en zien de zon langzaam achter de horizon zakken. De Kayin staan bij ons beter bekend als de Karen. Dit volk heeft pas onlangs een wapenstilstand met het regime getekend en nog steeds zijn grote gebieden niet toegankelijk voor buitenlanders. Maar wie weet verandert dit allemaal, want er waait duidelijk een nieuwe wind door Birma. Onze chauffeur loopt de hele dag trots in een t shirt met Aung San Suu Kyi erop, iets waarvoor hij een jaar geleden nog zou zijn opgepakt. Hij vertelt me zelfs dat hij onlangs de persoonlijke chauffeur van 'the lady' was op haar verkiezingstocht door Birma. Trots laat hij enkele foto's zien. Zowel hij als mijn gids werken beiden als vrijwilliger voor haar partij en praten daar overal open en bloot over en hopen allebei op een betere toekomst voor dit land.
Wim van Ginkel, feb 2012
De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.