Wim van Ginkel - 2011
Vanochtend aangekomen op de luchthaven van Dali vanuit Chengdu. In de steeds verder groeiende hoofdstad van Sichuan regende het, maar hier schijnt een heerlijk zonnetje. Gister genoten van lommerrijke theetuinen tussen het bamboe en van de heerlijke Sichuan keuken.
Terwijl Chengdu nog niet eens zo heel lang een nieuwe luchthaven heeft, is de immense nieuwe terminal ook alweer bijna klaar. De metro rijdt inmiddels ook en hoewel het steeds drukker wordt op straat, wordt het ook schoner. Er mogen alleen nog maar electrische brommers rijden, scheelt ook nog es een hoop herrie. En zelfs de politie patrouilleert met electrische golfkarretjes.
Ik ben hier om alternatieven voor het mooie, maar steeds toeristischer wordende traject Dali - Lijiang te onderzoeken. Ik laat me daarbij leiden door de eeuwenoude theeroute. Eeuwenlang geleden werd er via deze 'zuidelijke' zijderoute thee verhandeld van de theeplantages in xishuangbanna, Zuid-Yunnan, via Dali en Lijiang richting Zhongdian en verder naar Lhasa en vandaar de Himalaya over naar India.
Na aankomst in Dali direct de bergen ingereden naar Weishan, een eeuwenoude stad (7e eeuw) en tevens het centrum van de in de bergen levende Yi-bevolking. Ooit ook een belangrijke marktplaats, maar deze markt vindt, door de modernisering, steeds minder plaats. Nog maar eens in de 10 dagen vindt er een kleine, maar wel zeer kleurrijke Yi markt plaats. Maar ook zonder markt is Weishan trouwens een mooi oud handelsplaatsje, met oude Chinese handelshuizen.
Ik keer terug naar Dali. Het 'nieuwe' Dali (ook wel Xiaguan) is inmiddels een enorme moderne stad met futuristische gebouwen aan het Erhai meer. Een wereld van verschil met mijn bezoek hier 20 jaar geleden. En het 'oude' Dali is zo mogelijk nog meer veranderd. Ooit een sfeervol plaatsje van de lokale Bai bevolking en geliefd oord voor backpackers is het nu erg geliefd bij Chinese toeristen en die houden vooral van winkelen. Vandaar dat Dali nu vooral een enorme winkelstraat is geworden vol Chinese tourgroepen. Gelukkig blijft de omgeving schitterend, valt er van alles te ondernemen; van weekmarkten van de Bai bezoeken tot het bewonderen van vele tempels, boottochtjes op het meer, fietstochten door de rijstvelden en wandeltochten door de bergen.
En er zijn alternatieven om in Dali te slapen. Ik bezoek eerst het dorpje Zhoucheng, met een mooie markt vol Bai vrouwen met hun karakteristieke hoofddeksels. Maar mijn favoriet is het dorpje Xizhou, waar ik in een fantastisch sfeervol hotel overnacht. Zo'n hotel waar je dagenlang zou willen verblijven. Het is een oud familiehuis van een welgestelde Bai familie, opgetrokken rondom 4 binnenplaatsen. Er is nu een bijzonder aangenaam hotel van gemaakt, omringd door de witte huizen van Xizhou, rijstvelden, de bergen op de achtergrond en een fietstochtje weg van het Erhai meer.
Een heerlijk restaurant, een bibliotheek met een fantastische selectie boeken en een even goed gevulde bar! Een heerlijke afsluiter van deze dag.
Ik wil hier niet meer weg. Edoch morgen om 0700 op, het blijft een studiereis tenslotte.
Het vroege opstaan was de moeite meer dan waard. Gelijk de fiets gepakt en in het mooie ochtendlicht door Xizhou en andere dorpjes naar het Erhaimeer gefietst. Het zonlicht gaf de witte huizen een prachtige gloed, de rijstvelden lagen er prachtig bij en het meer was betoverend. Onderweg een klein marktje gepasseerd, waar Bai vrouwen hun groenten en fruit stonden te verkopen. Uiteindelijk weer van het meer, via een mooie in een vijver gelegen pagoda, teruggefietst naar Xizhou en de levendige markt daar bezocht, waar Bai,Yi en Hui druk aan het handelen waren.
Terug in het hotel een lekker ontbijtje en vervolgens onderweg naar Nuodeng. Eerst rijd ik langs het mooie Erhai meer en eenmaal aangekomen bij Xiaguan rijden we een nieuwe snelweg op, een van de vele in China. De chauffeur gebruikt zelfs zijn tom-tom, hoe modern kun je rijden over de oude theeroute? We verlaten al snel de snelweg en rijden over een andere weg, waar ook flink aan de weg wordt gewerkt, richting Nuodeng. Na een kleine vier uur rijden komen we er aan. En de tocht was de moeite meer dan waard. Een prachtig oud, volledig intact gebleven Bai dorp. Het dorp dankt haar welvaart aan de zoutwinning, hiervandaan werd zout over de karavaanroutes verhandeld richting Tibet.
Ik wandel over de keien van de nauwe straatjes van het dorp. Regelmatig moet ik plaats maken voor paarden, net of de theekaravaan nog levend is. De paarden worden nu gebruikt bij allerlei bouwwerkzaamheden, het dorp maakt zich klaar om toeristen te ontvangen. Maar vooralsnog is het erg rustig en vooral sfeervol; geen restaurants, hotels, souvenirshops, gewoon een dorp in Yunnan zoals het er honderd jaar geleden ook bij lag. Het enige verschil is dat er nog maar weinig mensen wonen. De zoutbronnen zijn opgedroogd, de karavaanroutes bestaan niet meer en de meeste inwoners zijn naar de grote stad vertrokken. Ik geniet nog even van het dorp en rijd dan verder door een mooi landschap vol met akkers en rijstvelden bedekte heuvels naar Lanping. Onderweg passeren we nog twee eeuwenoude houten boogbruggen over de rivier en een uitzichtpost over de oude theeroute.
's Avonds slaap ik in Lanping, een stad waar amper buitenlanders komen. We zijn dan ook niemand tegengekomen die Engels spreekt, maar hebben ons uitstekend vermaakt. Na wat rondwandelen zijn we een ouderwetse eettent binnengelopen en na veel handen en voeten gebaren, tot grote hilariteit van het personeel, hebben we een heerlijke vis hotpot gegeten.
's Ochtends een klassiek ontbijt in een Chinees staatshotel. Ik loop een enorme ontbijtzaal in waar de lucht van schraal bier en gebroken bierflessen op de vloer de iet wat uit de hand gelopen karaoke party van afgelopen nacht verklaren. Ik kan kiezen uit noedelsoep of noedelsoep en besluit dan maar voor de noedelsoep te gaan, die overigens prima smaakt.
We vervolgen de tocht door het heuvellandschap over wegen die continue in aanbouw zijn. Dit is dan ook het woord dat ik het meest gehoord heb in China "roadconstruction" . Volgend jaar schijnt er heel veel klaar te zijn, hier in noordwest Yunnan en dan kun je over goede wegen prachtige routes volgen. Maar wij hobbelen verder langs diverse mooie oude Bai dorpen, tot we na ruim drie uur rijden een flinke klim maken en aankomen bij Shibaoshan.
Hier in de heuvels van Shibaoshan bevinden zich diverse boeddhistische rotstempels met eeuwenoude beelden en fresco's. Liefhebbers kunnen urenlang van tempel naar tempel wandelen of afdalen de vallei in.
Daar in de vallei bevinden zich diverse authentieke Bai dorpen, waarvan Shaxi het bekendste is. En niet voor niks, hier zie je een marktplaats met herbergen, stammend uit het tijdperk van de theeroutes. Vanuit diverse stadspoorten wandel je over met keien bedekte steegjes naar de sfeervolle marktplaats. Een sfeervolle plek om meerdere dagen te verblijven en om dan diverse fiets- en/of wandeltochten in de vallei te ondernemen.
Ik moet echter verder en we rijden in ruim twee uur naar Lijiang. Wat een wereld van verschil net Shaxi. Net als in Dali wordt je hier overspoeld met Chinese tourgroepen en backpackers die door de straatjes van de oude stad slenteren langs de eindeloze hoeveelheid winkeltjes.
Maar Lijiang is niet voor niets zo toeristisch; het is het centrum van de Naxi bevolking, en het heeft een enorme grote, oude stad. De sfeer is wel heel anders dan 20 jaar geleden toen ik hier voor het eerst was, maar dat komt omdat omdat de oude stad grotendeels door een aardbeving is verwoest, daarna helemaal opnieuw opgebouwd, wel in oude stijl, en nu stevig op de Chinese top 10 van populaire bestemmingen staat. Bijna elk huis in de oude stad is dan ook of een souvenirshop, of een restaurant / bar of een hotel / guesthouse. 's avonds allemaal verlicht door rode lampionnen. Wij eten weer heerlijk uitgebreid Chinees en duiken daarna nog even een barretje in met livemuziek van een bepaald niet slechte Chinese singer-songwriter.
Ik sta vroeg op om nog even door de oude stad te slenteren, voor alle horden toeristen de stad onveilig maken. Ik bezoek de markt, waar veel Naxi hun waren aan de man proberen te slijten. Vervolgens rijden we een eindje de vallei achter Lijiang in. Het is helaas somber weer, dus geen zicht op de besneeuwde piek van de Jade Dragon Snow Mountain. De vallei is uiteraard al veel meer bebouwd dan tijdens eerdere bezoeken, maar het blijft een mooie vallei, waar het gouden koren wordt afgewisseld met groene velden en mooie Naxi dorpjes. Wij rijden nog iets omhoog en beginnen dan aan een wandeling naar het Wenhai meer. Het is gelijk een pittige klim door bossen vol rododendrons, waarvan velen in bloei staan. Na zo'n anderhalf uur klimmen komen we bij een klein meertje aan, waar we even pauzeren. Vervolgens lopen we nog es anderhalf uur naar Wenhai. Bij dit meer, gelegen in een vallei bevindt zich een mooi Naxi dorpje. In het dorp kan overnacht worden en er zijn diverse wandelmogelijkheden. Een mooie wandeling is nog naar een Yi dorpje, een andere afdalen naar het Lashihai meer. Omdat wij weinig tijd hebben, rijden we met de auto naar het Lashihai meer. Ook rondom dit meer kan gewandeld of gefietst worden. Aan het uiteinde van het meer bezoeken we het Zhiyun klooster, een Tibetaans-boeddhistisch klooster, dat nu helemaal gerenoveerd wordt.
De dag zit er nog niet op, want we moeten nog richting Tiger Leaping Gorge. We dalen af naar de hoofdweg richting Zhongdian en volgen de Yangtse rivier, hier een brede stroom,
We staan echter al snel vast, nu eens niet door 'road construction', maar door een ongeluk op de weg, waardoor het hele verkeer is vast komen te staan. Na een uur weer verder en zo komen we uiteindelijk in het donker aan in Qiaotou, een klein plaatsje aan het begin van de beroemde Tiger Leaping Gorge.
Een mooie dag vandaag. Ik begin met een bezoekje aan de lokale markt, waar ik een aantal kleurrijke Grote Kappen Yi zien. Deze vrouwen dragen enkele van de mooiste klederdrachten in heel China en met name hun hoofddeksels zijn imponerend.
Het weer begint gelukkig beter dan gister en met een zonnetje rijden we de Tiger Leaping Gorge in. Hier stroomt de Yangtse door een nauwe kloof, een fantastisch natuurfenomeen. Dit is ook een van de bekendste trekkingstochten in China. In een of twee dagen loop je hoog over de rotswanden van de kloof met enorme bergketens om je heen en ver in de diepte de bulderende Yangtse rivier. Wij hebben hier helaas geen tijd voor en rijden over een gloednieuwe weg door de kloof, ook een fantastische rit. Als we na een uur rijden de kloof uit zijn, rijden we verder langs de Haba snowmountain, ook een bekend trekkingsgebied en wederom een prachtige omgeving met Naxi dorpjes aan voet van de berg. We spreken even met een Naxi vrouw die inmiddels zes keer naar de top is geklommen. Dan rijden we door een prachtig landschap verder naar Bashuitai. Hier een volgend natuurfenomeen; witte kalksteenterrassen waar het water kleine poeltjes vormt en langzaam naar beneden druppelt. Het is ook de geboortegrond van de Dongba cultuur, de sjamanistisch-boedhistische religie van de Naxi bevolking.
We rijden verder door het berglandschap en passeren nog een Yi dorp, met weer veel vrouwen met grote kappen op het hoofd. De bergen zijn bedekt met vele soorten rododendrons. Ook passeren we de eerste Tibetaanse dorpen met enorme huizen. Opvallend hoe overal in Tibet de huizen er weer geheel anders uit zien. Een volgende bezienswaardigheid had het Bitahai meer kunnen zijn, maar daar staan zoveel Chinese tourbussen, dat we dat maar laten voor wat het is en doorrijden naar Zhongdian, of Shangrila zoals de stad tegenwoordig heet. Hier op 3200 meter zijn we helemaal in de Tibetaanse cultuur terechtgekomen. In dit deel van Kham bevindt zich ook een van de grootste kloosters, het Sumtseling klooster, aan de rand van de stad gelegen, aan een meertje. Wij slapen in een bijzonder sfeervol hotel naast het klooster en wandelen even door het Tibetaanse dorpje achter het klooster.
Een Chinese wetenschapper heeft onderzoek gedaan naar de plaats van het mythische Shangrila, als beschreven in het boek The Lost Horizon van James Hilton. De diverse beschrijvingen van de vreedzame vallei waar men het eeuwige leven had, zouden erg lijken op de omgeving van Zhongdian. De Chinese overheid en commercie zijn hier op ingesprongen en met succes. De oude binnenstad is ook hier omgetoverd tot een winkelparadijs voor Chinese toeristen. Voor de kloosters laten Chinese toeristen zich aankleden als Tibetaanse khampa's en zich op een yak fotograferen voor het klooster. Naast de oude stad is een reuze gebedsmolen neergezet met als extra decoratie erop een cirkel van alle etnische groeperingen van China, afgebeeld als een gelukkige familie.
Helaas slecht weer als ik opsta. Het is bewolkt en regent. Jammer, want de mooiste bergrit van de reis staat vandaag op het programma. Gelukkig klaart het gaandeweg wat op en krijgen we de zon nog te zien, maar de vele besneeuwde pieken die we vanaf vierduizend meter hoge passen zouden moeten kunnen zien, blijven verborgen in de wolken. Geen Baima Snow Mountain dus en helaas ook geen Kawa Karpo. Wel bezoek ik het Dondrupling klooster, een indrukwekkend gelegen en authentiek (lees: nog geen Chinese kermisattractie) klooster. Onderweg ook mooie Tibetaanse dorpjes en een ruig berglandschap waar de Yangtse doorheen stroomt. Voor de rest een lange, vermoeiende reis, want de 'road is under construction'. We hobbelen dus wat af en het stof vliegt alle kanten op. Maar aan het eind van de dag zit ik weer in een heerlijk, sfeervol, comfortabel hotel in een mooie vallei iets buiten Deqin met een fantastisch uitzicht, als het helder weer zou zijn. We zijn de eerste gasten van het hotel dat vorige week is geopend.
De wekker vroeg gezet vanochtend om Kawa Karpo in het vroege ochtendlicht te aanschouwen, maar helaas; een dik wolkenpak.
Ik duik lekker het bed weer in en een paar uur later na het ontbijt rijden we naar Deqin, bezoeken even de markt en rijden verder door een fantastisch berglandschap, waarvan de hoogtepunten helaas verborgen blijven in de wolken.
Wij dalen af naar de Mekong rivier die hier vanuit de Himalaya naar beneden stroomt. We bevinden ons dan ook in het drie-stromen gebied, drie rivieren van wereldformaat; de Yangtse, de Mekong en de Salween stromen hier naast elkaar door een berggebied van pieken tot aan 7000 meter, elk een diepe kloof uitsnijdend.
Hier bij de oevers van de Mekong zien we opeens idyllische Tibetaanse dorpjes temidden van wijnranken. In de 19e eeuw hebben Franse missionarissen hier de wijnbouw geïntroduceerd en die is de laatste jaren weer opgepakt, zodat je tegenwoordig kunt genieten van een glaasje heuse Shangrila wijn.
Wij steken de Mekong over en vanuit het dorpje Mingyong beginnen we aan onze wandeltocht naar de Mingyong gletsjer. Deze gletsjer komt naar beneden vanaf Kawa Karpo tot een hoogte van zo'n 3000 meter. Tot voor kort nog veel lager, maar door de opwarming van de aarde trekt de gletsjer zich steeds verder terug.
Het is een pittige klim van een uur of twee, tot we bij een tempeltje zijn, met uitzicht op de gletsjer. Helaas is het weer erg beroerd en kunnen we niet het fantastische panorama aanschouwen, dat je hier wel kunt bij helder weer. We besluiten dan ook niet verder omhoog te wandelen, maar keren terug naar Minyong. En vandaar rijden we naar de Feilasi tempel; het eeuwenoude begin van de kora (de heilige rondomgang) rond Kawa Karpo, een tocht van 9-12 dagen.
Ik zit op het dakterras van wederom een fantastisch gelegen hotel. In een afgelegen vallei, ver van de weg en de drukte. Midden tussen authentieke Tibetaanse boerderijen zoals je ze zelden meer ziet. Tussen de boerderijen het goudgele koren, dat nu van het land wordt gehaald. Overal zijn hele families bezig het koren van het land te halen, allemaal nog ouderwets met de hand. In dit dorp geen televisie, internet, zelfs geen bereik met de telefoon. Het enige vermaak vanavond is kijken naar de stupa in de verte waar oude vrouwtjes uit het dorp hun rondjes draaien.
Het enige nadeel aan deze sfeervolle hotels is dat je soms wel erg ver van China bent verwijderd. Ze liggen zo idyllisch, afgelegen en rustiek dat je niet even een levendige Chinese straat kunt inlopen, of even ergens een biljartje leggen met een paar Tibetanen. Ik verlang soms naar foute Chinese staatshotels met niet begrijpend personeel en ranzige wegrestaurants met heerlijk eten, want het eten is hier wel erg Europees. Doe mij maar heerlijke pittige Chinese gerechten.
Maar voor de rest niks dan goeds; ik heb een fantastische dag gehad. Vanochtend in Deqin weer vroeg opgestaan en dit keer met meer succes. Tussen de wolken door kwamen de verschillend pieken van de Meili snowmountain te voorschijn, waaronder de heiligste berg zelf; Kawa Karpo. Een fantastisch gezicht. De vele wolkenflarden zorgen voor een mystiek geheel; het ene moment was die piek zichtbaar, het volgende moment een ander en soms de gehele bergketen. Na het ontbijt naar een serie stupa 's gereden met fantastisch uitzicht. Hoewel het een 'scenic point' is (lees: mooi uitzichtpunt waar je entree voor moet betalen), is het zeker niet alleen maar toeristisch. Tibetaanse vrouwen lopen rondjes rond de stupa 's. Een boer laat zijn yaks uit, iets verderop licht een Tibetaanse mastiff hond en pelgrims bidden tot de heilige berg. We kijken gefascineerd toe . Vervolgens maken we een prachtige tocht door de bergen, over een 4300 meter hoge pas en langs de Baima snowmountain. Dezelfde tocht, maar dan omgekeerd, als twee dagen geleden, maar met blauwe luchten en zonlicht, ziet het er toch een stuk mooier uit.
Om de dag helemaal compleet te maken keren we terug naar het Dondrupling klooster om daar de kalachakra ceremonie mee te maken. Erg indrukwekkend en een geluk dat het precies is als we er zijn. Vier dagen duurt de ceremonie die steeds rond de 15e dag van de 3e Tibetaanse maand wordt gehouden in dit klooster. Het klooster staat dan ook bekend om de driedimensionale mandala's die het herbergt en speciaal voor kalachakra is er ook een zandmandala gemaakt, met recht een monnikenwerk. Op de vierde dag van de ceremonie wordt de mandala weggeveegd; al wat mooi is, is vergankelijk.
Vanochtend weer op tijd op, de eerste zonnestralen schenen op de stupa aan de rand van het dorp, de eerste mensen liepen hun rondjes rondom de stupa al. En de dorpelingen waren er al weer vroeg bij om het graan te oogsten. Ik hoorde dat je vanuit deze vallei nog een mooie wandeling van een uur of vier kan maken langs andere dorpjes, steeds geïsoleerder liggend in valleien waar de vele fruitbomen nu in bloei staan. Maar ik moet dit een andere keer doen en rijd langs de Yangze rivier terug richting Lijiang. Een mooie tocht, door ruige bergkloven, afgewisseld met groene valleien, waar de dorpelingen overal drukdoende zijn het graan te oogsten en dorsen. Bij Shigu stoppen we even bij de 'eerste bocht van de Yangzi rivier', niet heel bijzonder, vooral omdat je de hele bocht niet in een oogopslag kan zijn, dan moet je eerst even flink een berg beklimmen. We hebben mooiere bochten gezien, maar goed die waren niet de eerste. En de plek is ook van historisch belang aangezien Mao hier met z'n Lange Mars doorheen trok.
Eind van de middag komen we aan in Lijiang. 's Avonds wemelt het weer van de Chinese toeristen, miljoenen en miljoenen komen er per jaar naar Lijiang. Aan de ene kant is het storend, soms vermakelijk, maar het is ook fascinerend om te zien. Net als onderweg voel je dat China bruist en de economie 'boomt'. Er wordt flink geld uitgegeven, overal wordt geshopt, restaurants en café 's zitten allemaal vol. Ook opvallend is dat het Chinese volk al lang geen eenheidsworst meer is. Ook nooit geweest natuurlijk, maar door de uniforme kledij leek het vroeger wel zo. Nu zijn het allemaal individuen. Dat zie je ook in het uitgaansleven; er zijn grote luidruchtige disco's, trendy technobarren, kroegen met singer-songwriters, alternatieve rockbands, noem maar op. In ieder geval heerlijk veel live muziek. En als je die jeugd, die steeds meet op 'ons' lijkt, ziet, vraag ik me hetzelfde af als ik onderweg ook al deed. Overal zagen we Chinese backpackers op eigen houtje het land verkennen, diverse malen kwamen we jongeren op stoere mountainbikes tegen die al maanden aan hete fietsen waren. En moet zo' n zelfstandig ingestelde jeugd, die zelf initiatief nemen, zich willen onderscheiden, met open blik het land verkennen, denk ik dat het China van over 20 jaar net zo anders zal zijn, als dat het China van nu is, vergeleken met 20 jaar geleden. Het land is in ieder geval flink in beweging.
Terugkijkend op deze reis kan ik alleen maar concluderen dat ik een fantastische reis heb gemaakt. Vele ervaren reizigers kijken misschien wat misprijzend als je zegt dat je naar Dali en Lijiang gaat, maar het blijft een enorm mooi gebied. En door naar alternatieven te zoeken qua te bezoeken plaatsen, wandelingen en accommodaties, kun je ook heel makkelijk van de gebaande paden afwijken en voor je het weet zit je in traditionele Tibetaanse dorpen, ouderwetse Chinese eethuisjes en geniet je van een fabelachtig landschap. Ook kun je allerlei thema's voor de nodige verdieping aan je reis hangen. Volg de oude theeroute, ontdek het driestromengebied, ga op zoek naar de verhalen van Joseph Rock of ontdek zelf of dit Shangrila is. Geniet van de verscheidenheid aan volkeren, oude en nieuwe cultuur en het afwisselende en adembenemende landschap.
De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de
categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.