Lucy Kilkens – mei 2016
Fotogalerij Guizhou 2016
Een man gaat ’s ochtends vroeg naar zijn 14 rijstterrasjes om de rijstplanten te verzorgen.
Zodra hij aankomt, legt hij zijn hoed neer en gaat hij aan het werk. Na een
lange dag werken, maakt hij zich klaar om weer huiswaarts te keren. Hij telt
nog een keer zijn veldjes, en tot zijn grote verbazing telt hij er maar 13. Hoe
kan dat nou? Hij had er toch 14? Verward besluit hij het er maar bij te laten
zitten en naar huis te gaan. Hij pakt zijn hoed op, en hé, onder zijn hoed
verschijnt het 14e rijstterrasje!
Dit verhaaltje krijg ik te horen in Jiali, een traditioneel Dong dorp omgeven door de mooiste rijstterrassen die ik ooit heb gezien. Veel van de terrasjes zijn zó klein dat er nog geen waterbuffel in zou passen. Het is mei, de terrassen staan onder water en er wordt overal hard gewerkt. Mannen ploegen – al dan niet met waterbuffel – de aarde en de vrouwen maken de terrassen leeg. Sommige vrouwen moeten noodgedwongen hun kindjes meenemen naar het land; verschillende keren zie ik vrouwen, tot aan de knieën in het water, gebukt in een rijstterras met hun kindje in een draagzak op de rug. Dit is echt hard werken…
Zigzaggend door de bergen passeren we verschillende dorpjes; bij sommige stappen we uit om even rond te kijken. Zo ook in het bijzonder mooie
Miao-dorp Koushen (waar de shortskirt-Miao
wonen met hun prachtige geborduurde rokjes en zwarte puntmutsen) en het
Dong-dorp Benli. De vrouwen in Benli dragen traditionele blauwe kleding met prachtige borduursels. Ik loop even naar binnen bij twee oude vrouwtjes, zittend
op een bed, die vol verbazing naar ons kijken. Buitenlanders komen hier zelden. Ze gebaren dat ik bij ze moet komen zitten. Aan mijn gids Zengou, zelf ook een Dong, verontschuldigen
ze zich: ze zijn bijna 90, te oud om te lopen en niet in staat om ons eten of
drinken aan te bieden. We zeggen dat ze zich vooral goed moeten laten verzorgen
door de jongere generatie, ze hebben het verdiend!
Op
dat moment komt er een jongeman binnen die zich voorstelt als Panhui. Hij wil
ons graag een paar oude bomen laten zien. Een beetje twijfelachtig ga ik achter
hem aan; ik zie liever de prachtige huisjes en de mooie mensen in dit dorp dan
een paar oude bomen.
Maar Panhui blijkt een hartstikke leuke man die ons onderweg naar zijn bomen trots van alles vertelt. We gaan even op bezoek in het huisje van zijn oom waar hij ons binnen rondleidt, we kijken bij een paar vrouwen die op kleine houten krukjes gezellig bij elkaar zitten te borduren en we gaan even zitten onder de grote Dong-toren in het dorp, waar de lokale hang-ouderen ons een grote schaal yangmei (een soort rode bessen) toeschuiven.
Onze wandeling door het dorp eindigt bovenaan de berg, waar een schitterend houten huis voor ons opdoemt. Het oudste huis van
het dorp, aldus Panhui. Een paar mannen die in een kringetje voor het huis
sigaretten staan te roken, gebaren dat we best binnen mogen kijken. Ik loop het
huis in, klim – vrezend voor mijn leven – het krakende trapje op en kom uit op
een verdieping met drie verschillende kamers. We hebben een schitterend
uitzicht over het dorp.
Dan hoor ik een luide, zware stem naar boven roepen. Een grote, stoere man die de huiseigenaar blijkt te zijn, komt de trap
op en er verschijnt een grote lach op zijn gezicht. ‘Ah, buitenlandse gasten!
Hebben jullie ooit zó’n mooi huis gezien?!’ Hij vertelt trots dat het
Volksbevrijdingsleger hier tijdens de Lange Mars in de jaren ’30 ook heeft
overnacht. Zijn volgende vraag (en deze vraag wordt eigenlijk door iedereen die
je tegenkomt áltijd binnen een paar minuten gesteld): ‘Hebben jullie al
gegeten?’ We lusten wel wat, maar Panhui herinnert ons aan onze missie. Hij wil
ons nog een kwartiertje lenen voordat we mee mogen lunchen in dit bijzondere
huis. Oja, de oude bomen…
Zie hier een uitgebreide foto-impressie van de provincie Guizhou:
Guizhou 2016 door Lucy Kilkens
De website van Dimsum Reizen maakt gebruik van cookies. Deze cookies onderscheiden we in de categorieën functionele, analytische, advertentie en Social Media Cookies.